In vroeger tijden bestond er op onze aarde een zeker evenwicht tussen krakers en politici. Geen van beide soorten vormde een bedreiging voor elkaars bestaan. Helaas is die omstandigheid veranderd. Tegenwoordig is er geen plekje meer in onze hoofdstad, waar krakers niet worden bedreigd met uitzetting, dankzij de meedogenloze minachting van het zich immer uitbreidende populisme.
Op 11 juni publiceerde De Telegraaf een column van ene Rob Hoogland, getiteld ‘Vrolijk’. Een groep van dertig tot veertig provinciaaltjes had twee krakers met huisraad en al uit een boerderijtje in hun dorpje gelazerd. Hoogland verwoordt zijn mening over deze gebeurtenis, door het eerste couplet van Herman van Veen’s ‘Ik ben vandaag zo vrolijk’ (bekend als de outro van de tekenfilm Alfred J. Kwak) te citeren, wat welbeschouwd een nogal omslachtige, infantiele en weinig verhelderende manier is om zijn sympathie voor deze actie kenbaar te maken. ‘Het zal wel niet deugen, wat daar in Welsum geschiedde’, schrijft Hoogland. ‘Het zal wel vloeken met de Grondwet en tegen allerlei internationale verdragen indruisen (…) maar ik zeg: soit’. Hieruit kan men opmaken, dat Rob Hoogland een veredelde reaguurder is, die geen ander motief heeft dan het kietelen van de G-spot van de domste krantenlezers van Nederland. Er schuilt een zekere ironie in het feit, dat een columnist die krakers omschrijft als ‘tuig, waarvoor de beschrijving ‘anarchistisch’ te vriendelijk is’, zelf aangeeft schijt te hebben aan onze Grondwet.
Dit soort infantiel en populistisch gewauwel is, uiteraard, een inhoudelijke reactie niet waardig. Omdat de G-spot van de PC-lezer ook wat tederheid verdient, zal ik mij in deze alinea dan ook beperken tot het uiten van een aantal gratuite beledigingen aan het adres van Rob Hoogland. Rob Hoogland vertoont een opvallende gelijkenis met Mr. Potatohead en heeft een onderkin als een springkussen. Als de dag aanbreekt waarop hij zijn asobak met honderdzestig kilometer per uur tegen de vangrail parkeert, hoop ik mij te bevinden op een nabijgelegen stuk berm, zodat ik met eigen ogen kan aanschouwen hoe de brandweer urenlang de hydraulische spreider bedient om die magnifieke onderkin van het stuurwiel te wrikken. In moreel opzicht verlaag ik mij nu wellicht tot Hoogland’s niveau, maar tekstueel gezien is het mijlenver verheven boven het citeren van een kinderprogramma, en als u etiquette belangrijker vond dan taalstructureel vernuft zou u vermoedelijk een ander blad lezen dan PC.
Twee recente gebeurtenissen rechtvaardigen hernieuwde aandacht voor het kraakvraagstuk. De eerste is de ontruiming van De Valreep, een voormalig dierenasiel in Amsterdam-Oost, dat onlangs een prijs won voor het ‘meest bruisende, open en succesvolle participatieproject van Nederland’. Op De Valreep werden allerlei activiteiten ontplooid die een positief effect hadden op de leefbaarheid in de buurt: yogalessen, bandjes, volkstuintjes voor kinderen. Dat kunt u suf vinden, maar u zult moeten toegeven dat het met ‘criminele activiteiten’ weinig te maken heeft. Tweede gebeurtenis is de onthulling dat de Wet Kraken en Leegstand uit 2010, ook wel bekend als de ‘anti-kraakwet’, eerder geëvalueerd zal worden dan gepland, mogelijk ingegeven door de weerstand van veel lokale bestuurders.
Waar pedofielen nog kunnen rekenen op de steun van intellectuelen en een enkele welwillende burgemeester, zijn krakers pas echte paria’s. Geen enkele politieke partij durft het nog voor hen op te nemen; het imago is te slecht, het electorale risico vele male groter dan enig potentieel gewin.
De initiatiefnemers van de anti-kraakwet (Arie Slob, Christen Unie; Ten Hoopen, CDA; Van der Burg, VVD) speelden hier handig op in, door een aantal hardnekkige misverstanden doelbewust in stand te houden. Zo wordt in de memorie van toelichting bij de wet onder meer beweerd dat er aan kraken in de eenentwintigste eeuw geen ideële motieven meer ten grondslag liggen. Een flagrante leugen! Ik heb honderden krakers ontmoet; vrijwel uitsluitend mensen met uitgesproken meningen en idealen op het gebied van onder meer immigratie, de bio-industrie, de monarchie, en misstanden op de woningmarkt.
Nu valt op veel van die idealen mogelijk het een ander af te dingen. De veelgehoorde slogan ‘geen mens is illegaal’ beschouw ik als ronduit naïef, en je afzetten tegen de monarchie is wat mij betreft zinloos en kinderachtig. Neemt niet weg dat de idealen er zijn, maar goed, volgens Slob en zijn trawanten spelen die nauwelijks nog een rol. Goedkope huisvesting, dat zou het enige werkelijke motief zijn: ‘Kraken in de 21ste eeuw kan steeds minder worden gezien als een activiteit, verbandhoudend met woningnood. Landelijk gezien is er geen sprake van woningnood en zelfs in grootstedelijk gebied zijn woningen beschikbaar’. Nu woont de achterban van CDA en ChristenUnie voornamelijk in de provincie, dus ook hier lag een uitgelezen mogelijkheid misbruik te maken van haar onwetendheid. De gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in Amsterdam bedraagt momenteel tien jaar. Die wachttijd valt uiteraard eenvoudig te omzeilen, door je spaarvarken aan diggelen te slaan en een penthouse op de zuidelijke IJ-oever aan te schaffen; het zal u echter niet verbazen dat de meeste krakers bij lange na niet genoeg centen in hun spaarvarken hebben zitten voor een penthouse op de zuidelijke IJ-oever.
Een ander misverstand is dat krakers over het algemeen zijn te scharen onder de noemer ‘crimineel tuig’. Memorie van toelichting: ‘De politie wordt bij ontruimingen van kraakpanden in toenemende mate geconfronteerd met gewelddadige tegenwerking en gevaarzetting, bijvoorbeeld in de vorm van barricades en boobytraps’. Ongefundeerde bangmakerij, die geen ander doel dient dan het verzamelen van steun voor een abject wetsvoorstel. Laat nu uitgerekend de districtschef Amsterdam-Zuid, die bij ontruimingsrondes bij kraakpanden in de hoofdstad de rol van commandant vervult, dit misverstand ontkrachten. In een interview met Het Parool zegt deze Leen Schaap: ‘Over het algemeen staan krakers en politie in goede verstandhouding met elkaar’. En even verderop: ‘Van een verharding in de hedendaagse kraakwereld is geen sprake’. Niemand geloofde hem, maar weet je? Ik denk dat het verhaal van commandant Schaap best eens waar kan zijn. Hij is immers geen wetgevende Binnenhof-refo, maar de leidinggevende van 650 politiemedewerkers, verantwoordelijk voor de inzet van ME, ruiters, arrestatie-eenheid, shovel en waterkanon.
De anti-kraakwet had twee doelen: het kraken voorkomen, en de leegstand aanpakken. In dat eerste is de wet zonder meer geslaagd. Je hebt je slaapmat nog niet opgeblazen, of er ligt alweer een brief dat je pand wordt meegenomen in de volgende ontruimingsronde. De gemeente ontruimt sneller dan zijn schaduw; als de ME er staat, is het voor krakers al te laat. Daar komt de ontruimingswagen, ver over berg en dal. Je hoeft toch niet te vragen, wie daarin zitten zal. Precies op tijd. Op het juiste uur. En de kraker kan weer op weg naar een nieuw avontuur.
De leegstand ondertussen neemt dramatische vormen aan. In het online tijdschrift Vice stond onlangs precies vermeld, hoe het met de leegstand is gesteld: ‘Een Rotterdam aan woonhuizen, een Eindhoven aan kantoren, en een plaatsje als het pittoreske Boekel aan winkelruimte’. De wet is niet in staat daar iets tegen te doen: de termijnen zijn te lang, de boetes te laag, vinden veel wethouders. Deze gemeenten geven aan over onvoldoende instrumenten te beschikken om leegstand aan te pakken, en weigeren daarom vaak de anti-kraakwet uit te voeren. Zo stelt de gemeente Eindhoven alleen in te grijpen ‘als leegstand leidt tot een onveilige situatie’.
Dat het onder bepaalde voorwaarden toestaan van kraken de leegstand zou kunnen beperken, zowel door bewoning als door het ‘scherp houden’ van corporaties en particuliere eigenaren, daar wil Arie Slob niet aan; ‘Wij zien kraken namelijk als een vorm van eigenrichting, aangezien krakers de leegstand op geheel eigen wijze menen te moeten bestrijden, waarbij bovendien het eigendomsrecht ontoelaatbaar wordt aangetast’. Ook hier wordt behendig ingespeeld op onderbuikgevoelens, in dit geval de gevoeligheid van veel mensen voor het onderscheid tussen ‘mein’ en ‘dein’. Want wat nu als datgene dat gekraakt wordt een leegstaand huizenblok is, dat op termijn zal worden gesloopt om plaats te maken voor een hotel, maar de plannen daarvoor zijn nog verre van concreet? Het is mij een raadsel wie er de dupe is van deze situatie. En over ‘ontoelaatbare eigenrichting’ gesproken: is het niet een veel groter probleem, dat woningcorporatie Vestia de derde plaats inneemt op JP Morgan’s wereldranglijst van speculatieverliezen? Dat de eindverantwoordelijke voor deze ellende bij zijn afscheid 3,5 miljoen euro meepakt? Of dat de corporaties zich ondertussen bezighouden met plannen voor het sponsoren van een olifantenparade, of de adoptie van een aap? Keer op keer glippen de corporaties door de mazen van de wet. De krakers gaan daarop in verzet. Geen karwei te groot, geen klus te zwaar. Krakers staan altijd klaar.
Onder het kopje ‘huidig instrumentarium ter bestrijding van leegstand’ steken Slob & co de loftrompet over het installeren van een anti-kraakwacht. Zo wordt onderkend dat bij beheer door anti-kraakwachten vaak de regels uit het bestemmingsplan worden overtreden. Ook wordt toegegeven dat er ‘dikwijls zeer veel vierkante meters per anti-kraakwacht worden beheerd, zodat het grootste deel van het gebouw toch leegstaat. Een echt alternatief voor leegstand is het dan niet’. Voorts wordt opgemerkt dat het problematisch is, dat anti-krakers niet beschikken over huurbescherming. Uiteraard verzuimen zij een aantal schrijnende voorbeelden van de gevolgen hiervan te vermelden, zoals het stelselmatig schenden van de privacy van bewoners door de anti-kraakbureaus. Die brengen onaangekondigde bezoekjes en stellen vragen als: ‘Doe je de afwas wel regelmatig? Wie logeert er steeds bij jou?’. Is het antwoord onbevredigend, dan wordt gedreigd met boetes of huisuitzettingen. Kunnen zij dat maken? Nou en of! De anti-kraakbureaus zijn feitelijk woningcorporaties die geen woningcorporatie heten, zodat zij aan geen van de voorschriften in de huurwetgeving hoeven te voldoen. De volstrekt onbegrijpelijke conclusie van Slob cum suis: ‘Leegstandbeheer door anti-kraakwachten is een goede tijdelijke oplossing voor leegstand en het voorkomen van kraak’.
Dankzij de huidige anti-kraakwetgeving is een situatie ontstaan waarin iedereen vrijuit gaat: woningcorporaties, speculanten, anti-kraakbureaus. Behalve het ‘crimineel tuig’ dat yogalessen wil verzorgen in een voormalig dierenasiel in Amsterdam-Oost.