MSM

Vergeet hedge funds, private equity en collateralized debt obligations. Nu de economie een beetje herstelt van de crisis is het tijd voor nieuwe, nog gevaarlijkere financiële producten: aandelen in schrijverscoöperaties. Speelt u op safe en houdt u het bij de beleggingen in de wapenindustrie? Of ziet u deze high risk investment wel zitten? Als u onlangs een contract heeft getekend bij uitgeverij Pluim is de keus niet aan u. Uw directrice, lijfwacht en personal banker Mizzi van der Pluijm deelt uit: vorige week zadelde ze haar auteurs op met een aandelenpakket in haar vooralsnog verlieslijdende uitgeverij. Leuk voor Van der Pluijm, die zo beschikt over een extra verzekering van haar literaire kapitaal, maar wat betekent deze portefeuille voor de schrijvers zelf? PC is de Lehman Brothers nog niet vergeten, en stuurde financiële waakhond MSM erop af om Mizzi’s effectenkraampje eens grondig te besnuffelen. 

Voor een indruk van zelfbestuur heeft Van der Pluijm twee schrijvers aan het hoofd van de vennootschap gezet: Lieke Marsman en Dimitri Verhulst. Samen waken zij over de belangen van de 38 Pluim-auteurs die gezamenlijk zijn getrakteerd op 4,99 procent van de aandelen. Financiële analisten schatten dat 1 Pluim-uitgever de overige 95,01 procent beheert. ‘Uitgeverij Pluim wil er geen twijfel over laten bestaan om wie het allemaal draait,’ stond er in een persbericht. Zelfs los van de naam van de uitgeverij laten deze percentages inderdaad weinig aan de verbeelding over. Door precies onder de 5 procent te blijven wordt bovendien voorkomen dat de schrijvers een aanmerkelijk belang in de onderneming verwerven. Wat is hun belang dan wel? Dimitri Verhulst heeft gewoon ‘behoefte om deel te nemen, in plaats van alleen maar te ondergaan’. In de praktijk houdt dat in dat er op aandeelhoudersvergaderingen naar hartenlust gespeculeerd kan worden over de mogelijke besteding van een hypothetische winstuitkering. Het is een auteur van fictie op het lijf geschreven. 

Een bekend adagium op Wall Street luidt: “When your taxi driver is telling you to buy stock, it’s time to sell”. Nu zou de waakhond niet graag bij Dimitri Verhulst of Lieke Marsman in de Uber stappen, maar hun enthousiasme over de Pluim-aandelen is evengoed een reden voor argwaan. Verhulst heeft nooit een stap op de beursvloer gezet, of je moet de Vlaamse Boekenbeurs meerekenen. Marsman werkt voor GroenLinks, waar ze heel wat uit te leggen heeft wanneer bekend wordt dat ze in haar vrije tijd een beleggersclubje runt. Het doet denken aan de bedrijfsvoering van Bernie Madoff, die decennia lang zijn piramidespel wist te verhullen door argeloze familieleden op bestuursposities te installeren. Zij hadden geen idee waar ze hun handen aan brandden, maar toen de crisis losbrak kregen ze het het zwaarst te verduren. Zodra Mizzi’s literatuurbel knapt staat de stromannen in haar coöperatiebestuur eenzelfde lot te wachten.

De Pluim-aandeelhouders mogen dan groentjes op de beurs zijn, één beleggingsprincipe passen ze feilloos toe: kansen spreiden. Een blik op het fonds van de uitgeverij leert dat de coöperatie berust op een buitengewoon heterogene verzameling assets. Aan de ene kant van de portefeuille bevinden zich hybride effecten met een hoge volatiliteit zoals Hanna Bervoets, Ellen Deckwitz en Jente Posthuma. Aan de andere kant zien we een offensievere reserve binaire opties met fluctuerende dekkingsgraad, waaronder P. F. Thomése, Nico Dijkshoorn en L. H. Wiener. Zo’n divers allocatiemodel werkt sterk risicodempend. De waakhond zal dit zeker in overweging nemen. Een ander argument ten gunste van de compagnie is de originaliteit ervan. Het schept hoop op een uitgeverij die nu eens geen schrijfcursus gaat organiseren, maar een masterclass day traden of een clinic hefboomproducten. 

De schrijverscoöperatie van Pluim is een mooi verhaal, en in dit opzicht een vooruitgang op de andere producten die de uitgeverij tot dusver heeft voortgebracht. Helaas laat zowel de organisatiestructuur van de aandeelhoudersvereniging als de verhandelbaarheid van de effecten te wensen over. Daarnaast wordt de hoeveelheid dividend de komende jaren ongeveer even hoog geschat als bij Fortis. Jammer genoeg is de dividendbelasting toch niet afgeschaft, want anders had de situatie er iets beter uitgezien. Wie dacht dat Unilever als enige van deze maatregel geprofiteerd zou hebben, rekende buiten Lieke Marsman. 

Alles in overweging nemend moet de waakhond concluderen dat het hier om een zeer risicovol financieel product gaat. Mocht u worden benaderd door iemand die u een proefpakket in de maag probeert te splitsen, met de belofte dat deze aandelen uw zelfredzaamheid zullen vergroten, verbreek dan onmiddellijk de verbinding. Leest u dit te laat en hebt u de aandelen al geaccepteerd? Dan kan de waakhond alleen maar voor u hopen dat de eerstvolgende krach nog even op zich laat wachten – en dat de ramen op de hogere verdiepingen van aandelenbank Pluim op slot zitten. 

MSM

Niets is zo angstaanjagend als een groep mensen met gedeelde opvattingen, die hun eensgezindheid uitdragen door middel van kledingvoorschriften – of het nou om stropdassen, armbanden of vilten vierkantjes gaat. Wat hun opvattingen ook zijn, je weet: dit gaat vroeg of laat ordinair worden. De Rote Karree Fraktion die vorige week het PC Hoofthuis annexeerde is dit stadium definitief gepasseerd. Wie op zoiets belachelijks als de afschaffing van de dividendbelasting reageert met de nog veel idiotere plundering van een letterenfaculteit staat nog verder van de werkelijkheid af dan Rutte III. Of de rebellen hebben een neoliberale saboteur in hun midden die zich nu in de handen wrijft, of ze hebben in één opzicht gelijk: studenten in het huidige universitaire stelsel leren totaal niet meer helder nadenken. 

Na de ontruiming stelden de gearresteerde bezetters zich onder de hoede van Willem Jebbink, een advocaat gespecialiseerd in de verdediging van veganisten, onder wie ook Volkert van der Graaf. Zijn nieuwe cliënten passen in zijn dieet, ondanks het feit dat ook de melkchocoladerepen van Tony’s Chocolonely uit de kantine van het PC Hoofthuis verdwenen waren. Wat traangas noch ME-paarden in het verleden was gelukt, daarin slaagde Jebbink moeiteloos: de grootste brulboeien ervan overtuigen even hun klep te houden. De meeste arrestanten zijn op 12 november gedagvaard, en om niet geïdentificeerd te worden heeft hij ze aangeraden om zich tot die datum van ieder commentaar te onthouden. Dat geeft iedereen aan de UvA die zich nog wel interesseert voor onderzoek een ruime maand de tijd om zich in alle rust te wijden aan een buitengewoon complex vraagstuk: wat willen deze mensen?

De bezetters opereerden onder de naam ‘Autonome Universiteit Post-Colonial House’. Het bronnenonderzoek naar de beweging berust op twee pijlers. Ten eerste is er een overdaad aan video- en audiomateriaal, in te delen in drie categorieën: (i) herhaling van de gescandeerde leuzen die we nog kennen van de Maagdenhuisbezetting, wat aantoont dat hervormingen niet alleen voor de UvA een grote uitdaging zijn, (ii) mensen die verklaren dat ze het pand niet vrijwillig gaan verlaten, (iii) mensen die er schande van spreken dat ze het pand niet vrijwillig hebben kunnen verlaten. Ten tweede zijn er uiterst schaarse geschreven bronnen. Twee stuks om precies te zijn: een Foucault-persiflage van vier pagina’s genaamd ‘Manifest’ en een anarcho-communistisch partijprogramma met de titel ‘Eisen’. 

Voor een verkennende profielschets van de Autonome Universiteit kunnen we het best de eisen erbij pakken. Deze zijn buitengewoon hebberig voor een extreemlinks verlanglijstje: ik tel zo’n twintig onvoorwaardelijke punten die vrijwel allemaal neerkomen op meer geld. Uitgangspunt is dat de UvA een duistere dictatuur vormt, een ‘plek van kennisvernietiging’ voor ‘een steeds selecter gezelschap van bevooroordeelden’ die de kwaliteit van onderwijs ‘op dit moment’ niet kan waarborgen. Op het moment van de bezetting klopte dat laatste in ieder geval: een complete faculteit lag op z’n gat. De eerste inhoudelijke eis betreft vervolgens de dekolonisatie van de universiteit, omdat er te weinig diversiteit is in de UvA-gebouwen. Ook met deze claim sloegen de bezetters de spijker op z’n kop. Zo bevonden zich tijdens de bezetting hoofdzakelijk witte, heteroseksuele, Nederlandse jongemannen op de UvA-locatie PC Hoofthuis. Omdat de meeste krakers gesluierd rondliepen was het op AT5 misschien niet te zien, maar vergeleken met de Autonome Universiteit is het Forum voor Democratie nog een bolwerk van diversiteit. 

Kabinet Rutte III krijgt een eigen to-do list, met puntjes variërend van het terugdraaien van de afschaffing van de dividendbelasting tot structurele investering in het hoger onderwijs. Deze wensen zijn redelijk – megalomaan weliswaar, maar tenminste niet schijnheilig. Dat de UvA wel een kapitaalinjectie kan gebruiken staat als een paal boven water na de verwoesting die de peaceful protesters in het PC Hoofthuis hebben aangericht. (Kameraden, waarom moesten al die beveiligingscamera’s zo nodig stuk? Daar kan je toch gewoon zo’n doek om binden als je ook voor je kop hebt hangen?) Voor een beweging die meer geld, en dus afhankelijkheid, van de overheid verlangt kun je je afvragen waaraan die het recht ontleent zichzelf de ‘Autonome’ Universiteit te noemen. Zoals de activisten zelf al opmerken: aan de universiteit worden ze ‘niet langer opgeleid tot zelfstandige kritische denkers’. Blijkbaar is de zelfkritiek als eerste overboord gegaan. 

De overige eisen wisselen sterk van karakter. Zo verlangen de activisten stakingsrecht. Wie weet laat de premier deze wens in vervulling gaan, bijvoorbeeld door erop te wijzen dat dit recht allang bestaat. What’s next jongens, een bezetting van de Ridderzaal om algemeen kiesrecht af te dwingen? Andere eisen worden gekenmerkt door oplopende gradaties van surrealisme, met als hoogtepunt de ‘heraanstelling van docent Rudolf Valkhoff en volledige excuses voor de schandelijke manier waarop hij is ontslagen’. Ik waag me niet aan een oordeel over Valkhoff, maar bewonder het gezag van iemand die als onderdeel van een persoonlijke wraakactie 31 mensen zo gek krijgt zich te laten arresteren. 

Aan het manifest van de Autonome Universiteit te zien is Academisch Schrijven al wegbezuinigd. Vier pagina’s compacte blokken post-structuralistische propaganda moeten de lezer er in de eerste plaats van overtuigen dat getallen stom zijn. Kwantiteit, productiviteit, efficiëntie: allemaal neoliberale demonen. De heksensabbat wordt voorgezeten door het ‘rendementsfetisjisme’. Rendement is de verhouding tussen resultaat en benodigdheden, bijv. een essay over strategisch denken na twaalf uur in de UB. Of, dichter bij de belevingswereld van de Autonome Universiteit: twintig chocoladerepen na een minuut in een UvA-kantine. De bezetters streven zelf naar maximaal rendement door met minimale middelen (zes A4’tjes uitgemolken retoriek en wat koevoeten) een maximaal effect te behalen (tientallen bezetters afgevoerd op live tv). Hun haat voor het begrip wordt gemotiveerd door een verzet tegen kwantificering, maar dan alleen van (geesteswetenschappelijke) arbeid, want van de inkomende cash wordt iedere cent geteld. Ik vind dat neohypocriet. 

Het is mijn grote angst dat, wanneer er ooit oorlog uitbreekt, het verzet wordt georganiseerd vanuit cellen zoals deze Autonome Universiteit. Organisaties die het voor elkaar krijgen om belangrijke actiepunten te overspoelen met zoveel inconsistentie, eenkennigheid en paranoia dat je iedere tegenstander ermee in de kaart speelt. Groepen die de mond vol hebben van inclusiviteit en open debat, maar je in de praktijk al afschrijven als je geen rood vierkantje opspeldt. In hun manifest beklagen de activisten zich over de weerstand tegen personen met ‘politiek onwelgevallige meningen’. Ik ben benieuwd naar hun reactie op de mijne. Jammer dat het nog zo lang duurt tot 12 november. 

MSM

Liesbeth Rasker zit het liefst zo vaak en zo lang mogelijk in een vliegtuig. Staat ze aan de grond, dan blogt ze over de volgende keer dat ze weer de Polderbaan op mag. De Flying Blue Miles die ze heeft gespaard kan ze inmiddels omruilen voor een eigen Boeing. Voor een meisje dat zich zo tot het luchtruim voelt aangetrokken lijkt een carrière weggelegd als stewardess, of voor mijn part gevechtspiloot. Maar veel makkelijker is natuurlijk om gewoon schrijfster te worden. Raskers debuut Pinnen in Mongolië en andere oplosbare reisongemakken is sinds mei te koop bij boekhandels door het hele land, en tax-free aan boord van KLM-vluchten.

 

In haar boek stelt Rasker zich voor de uitdaging om lezers ervan te overtuigen dat vakanties leuk zijn. Zelf heeft ze het over ‘reizen’, jezelf ‘leren kennen’ en ‘het ultieme gevoel van vrijheid’. Dat kan niet op de camping in Appelscha of fietsend naar Genua. Daarvoor moet je pinnen in Mongolië. En motorrijden in Vietnam, met beesten zwemmen bij de Filipijnen of een oerlelijke rugtas de Amazone doorsjouwen. Eigenlijk is iedere bestemming geschikt om jezelf te leren kennen, zolang je er maar minstens tien uur voor in een vliegtuig moet. Dit lijkt overdreven, maar dat is het niet voor wie zo’n complexe persoonlijkheid heeft als Liesbeth Rasker. Onlangs mocht ze van een corrupte redactiechef voor de Volkskrant een stuk typen over Instagramclichés, waarin ze zonder ironie alle vrouwen bespot die zich even afgezaagd laten fotograferen als zij op haar eigen sociale mediaprofielen. Trots vertelt ze over de mapjes die ze al jaren bijhoudt om dit soort gekkigheid te archiveren, waarvoor ze werkelijk ieder denkbaar Instagramaccount heeft geplunderd behalve dat van zichzelf. Dat heb ik dus maar voor haar gedaan – zie foto’s. Of ze staat te ver van haar management af om in de gaten te houden wat er in haar naam op het internet wordt gedumpt, of ze heeft zo’n dissociatieve identiteitsstoornis dat ze inderdaad maar het best in een Tibetaanse druipsteengrot kan gaan bedenken wie ze nou eigenlijk is.

 

Er is amper een rode lijn te ontdekken in de tientallen ontwikkelingslanden waar Rasker jaarlijks heen vliegt om dat ultieme gevoel van vrijheid te ervaren. Op het eerste gezicht lijkt het alsof ze alle Windows-bureaubladachtergronden af wil werken. Maar wie beter kijkt, ontdekt de invloed van een andere multinational: opvallend veel van haar bestemmingen horen bij het assortiment van de KLM. De luchtvaartmaatschappij wordt slechts een paar keer genoemd in haar boek, maar dankzij haar Instagramteam loopt ze opnieuw tegen de lamp: ‘Hieperdepiep @KLM is jarig! 98 kaarsjes staan er op de taart, en dat wordt gevierd met DRIE speciale rechtstreekse ticketdeals. Naar New York (nu vanaf €449), Curaçao (nu vanaf €499) en Colombo (nu vanaf €649). Kiezen is moeilijk, maar mag ik je adviseren om naar Sri Lanka te gaan?’ Uiteraard gaat Reisbureau Rasker voor het duurste ticket naar het verste, armste land: Sri Lanka, een eiland dat op jaarbasis verantwoordelijk is voor minder CO2-uitstoot dan deze neokoloniale millennial in haar eentje. Ooit behoorde een kwart van de wereld toe aan de Britse koning, tegenwoordig is de hele aarde inclusief dampkring bedoeld voor het vermaak van Liesbeth Rasker.

 

Haar pact met de KLM is maar één van de louche sponsordeals waar Rasker op teert. Als influencer/aanplakzuil op kanalen die worden gedomineerd door basisschoolleerlingen is ze de ideale kinderlokker voor Ketel One Vodka, Moët en andere bedrijven die niet mogen adverteren in de Tina. Famke Louise neemt genoegen met een duimpje op Facebook; Liesbeth Raskers PR-demonen rusten niet voordat je je eerste zuipvakantie hebt geboekt naar Palma de Mallorca (KLM-retour v/a €468), of liever nog naar Ho Chi Minhstad (KLM-retour v/a €1309). Want reizen zul je. Daarover is de vlieggoeroe vanaf haar eerste hoofdstuk branded content heel duidelijk: ‘je moet reizen’. Mocht je haar willen gehoorzamen, dan is je vakantie aan meer regels onderworpen dan een rondleiding door Pyongyang. Je moet in een hostel, je moet met een backpack en je moet sociaal. Je moet, kortom, alles wat je op een vakantie hoopt te ontvluchten.

 

Liesbeth Rasker voelt de tijdsgeest feilloos aan. Klimaatakkoorden die met de grootste moeite tot stand zijn gekomen worden teruggedraaid, zodat ze de kans ziet om haar morbide ecologische voetafdruk te presenteren als een toffe hobby. Een atlas is voor haar een H&M-catalogus vol hebbedingetjes, middelen om egoïstische doelen te verwezenlijken zoals ‘sterker, zelfverzekerder en wijzer’ terugkeren en je overgeven ‘aan de grillen van het onbekende’. Als ze zich echt wilde overgeven aan het onbekende had ze zich wel in Indonesië laten besnijden of in China haar voeten laten inbinden. In plaats daarvan trekt ze door het oerwoud met roedels hostelvolk die een week later in de Coco’s Outback aan het Thorbeckeplein zitten. Met al haar overstapstrategieën, malariapillen en jetlags ziet Rasker over het hoofd waar het bij reizen echt om draait. Terwijl dat maar zo weinig is: een beetje zon, een goed boek, en zo min mogelijk met pizza’s poserende Nederlandse mokkels om je heen.

MSM

Liesbeth Rasker, Pinnen in Mongolië en andere oplosbare reisongemakken. Nijgh & van Ditmar, €17,50.

Het is een wetmatigheid in de TV-wereld: hoe manischer het gelach op de publiekstribune, hoe groter de kans op een Gouden Televizierring. Zo scoorde Johnny de Mol in 2015 met een show over incontinente autisten, en Floortje Dessing in 2016 met haar vakantievideo’s van de maanlandschappen in Kabul en Aleppo. Dankzij concurrentie zoals Geer & Goor zoeken een hobby! was dit misschien nog een spannende strijd. In 2017 waren er niet eens decibelmeters nodig om de winnaar te voorspellen. Met medewerking van gesloten afdelingen uit de hele Benelux is het iemand gelukt een groep Tourettepatiënten te verzamelen die het met nog kortere tussenpozen en nog minder logica uitgiert dan de lachband bij The Flintstones. Om met Sybrand Buma te spreken: Arjen Lubach, chapeau!

Weliswaar moest Lubach zijn hoofd instellen als screensaver op de matrixmuren van de Ziggo Dome om genoeg stemmen te halen, maar van zo’n prijs kijkt hij amper nog op. Zo werd hij al benoemd tot Slimste Mens door Philip Freriks, en tot Liberaal van het Jaar door Koen Bokhorst, inderdaad een JOVD-bestuurslid. ‘Vorig jaar ging de prijs naar de Amsterdamse Mein Kampf-verkoper Michiel van Eyck,’ aldus Koen Bokhorst in een aanbevelend persbericht. Zoals Jan Wolkers onder jongeren pas roem verwierf door op televisie te knuffelen met pissebedden en spuugbeestjes, zo zullen veel mensen Arjen Lubach in eerste instantie kennen als presentator die ’s zondags in een te strak pak een mengpaneel en een balpen bedient. Maar dit doet geen recht aan zijn tropenjaren als auteur van CJP-columns, Eurodance-lyrics en een incidenteel stuk voor Propria Cures toen hij nog niet wist dat het blad alleen door oud-redacteuren wordt gelezen. (Overigens zijn dat er na 128 jaar niet veel minder dan de 829.000 kijkers van Lubachs show.) Tegenwoordig prijken Lubachs literaire verdiensten nog lager op zijn CV dan een aanstelling als Groningse taxichauffeur of Vlielandse havenmeester. Met het opportunisme van Kate Middleton en de efficiëntie van Mabel Wisse Smit is hij via een stormbaan aan genres, media en schuilnamen omhoog geklauterd – net zolang tot zijn grappen niet alleen hilariteit, maar ook gehoorzaamheid zouden oogsten.

Dit is gelukt. Zondag met Lubach heeft geen kijkers, maar volgelingen. Zo agressief als VPRO-marketeers de show online propageren, zo agressief belijden de slachtoffers van deze advertentiestrategie hun passie voor het programma. Als een paramilitaire eenheid marcheert Lubachs publiek achter hem aan, altijd in slagorde om de commando’s op te volgen die als grollen in zijn script worden verwerkt. Een burgerinitiatief ondertekenen om Lubach Farao der Nederlanden te maken? – Doen we nog voor het avondeten, bij de gratie van Ra. Op Erik de Vogel stemmen voor de Zilveren Televizierster? – Farao’s wil is wet. Een referendum afdwingen over de aftapwet? – Ingerukt, mars! Soms is een handtekening genoeg om Lubachs aanhangers een gevoel van morele verwantschap met hun oppertrol te bezorgen, maar eigenlijk is geen prijs te hoog. Er zijn zelfs fanaten die 15 euro neertellen voor een paar minuten in zijn fysieke nabijheid op een vrije donderdagavond.

De stootkracht van Lubachs burgermilitie neemt ieder seizoen toe. De recente slag om de sleepwet was een grote opsteker. Een referendum over de wet leek onwaarschijnlijk omdat niemand er iets van wist, laat staan er iets van vond, totdat Lubach de strijdhoorn blies en zijn horden net zolang tekeer liet gaan tot er 300.000 handtekeningen waren verzameld. Eat your heart out, Jan Roos. Het is grappig dat een massa die zich kenmerkt door zo’n klakkeloze onderwerping, zich tegelijkertijd laat voorstaan op de aanstichting van een referendum waarin de individuele soevereiniteit centraal staat. Zulke vergaande surveillance heb je blijkbaar niet nodig om mensen te controleren. Veel plezier zal er voor de AIVD en de NSA trouwens niet te beleven zijn aan alle burgerdata die straks beschikbaar komen, als daaruit alleen maar blijkt dat iedereen fulltime Zondag met Lubach zit te streamen. Voor terreurbestrijding zal het weinig interessanter worden dan Lubachs ontmaagding door FARC-rekruut Tanja Nijmeijer. Maar daarover lees je zonder moeilijk gedoe met kabels ook alles op lindanieuws.nl.

Het strekt Arjen Lubach tot eer dat hij niet tot zijn eigen publiek behoort, maar dit pleit hem zeker niet vrij. Het doet ook niets af aan het feit dat hij zich wekelijks installeert in een setting die gebaseerd lijkt op het decor van de klassieke reclames van Frisia Financieringen. Daarin prees een gladjakker grijnzend allerlei woekerpolissen en wurgcontracten aan alsof het kaassouflés waren. Het is nog maar de vraag of Lubach betrouwbaarder is. Zijn optreden lijkt nog zwaarder geregisseerd dan Willem-Alexanders kersttoespraak, en de grappen zijn soms zo banaal dat er zelfs in Amerika mensen om kunnen lachen. Dat is hier dan altijd nog groter nieuws dan de oorspronkelijke grap. Wie ook vaak om Arjen Lubachs grappen moet lachen, is Arjen Lubach. Toch lacht hij om de meeste grappen in zijn show niet. Die zullen dan wel bedacht zijn door één van de zeven andere mannen in zijn humortank, stuk voor stuk weggekaapt uit kweekvijvers zoals de Speld en het talentontwikkelingstraject van de CliniClowns. Zij komen niet in beeld. Misschien souffleren ze onder Lubachs bureau, zoals de keukenknechts die Herman den Blijker tijdens kookshows onder het fornuis verstopt om zwezeriken te ontvliezen en mergpijpen schoon te spoelen. Behalve op lol berust Zondag met Lubach op een hoop sporenonderzoek in oude websites en overheidsnotities, waar onderbetaalde stagiairs waarschijnlijk weken achtereen moeten wroeten naar enigszins van de pot gerukte details. Het zal wel een dankbare taak zijn voor studenten die al in hun vroegste jeugd tot het VPRO-postmodernisme van Villa Achterwerk zijn veroordeeld – Reddit-verslaafden die inmiddels te oud zijn om het verschil tussen satire en journalistiek nog te leren, en gedoemd zijn door het leven te dolen op zoek naar opvolgers voor rolmodellen zoals Oma Hondje, Bep Brul en Purno de Purno.

Als het gaat om inlichtingendiensten, aftapwetten en overheidscontrole klinkt vroeg of laat de vraag: wie bewaakt de bewakers? Volgens de Volkskrant controleert Zondag met Lubach de macht, dus dat zal Arjen Lubach dan wel zijn. Maar even belangrijk is de vervolgvraag: wie bewaakt de bewakers van de bewakers? Het is niet aan mij om hierover te oordelen, maar een abonnement op Propria Cures heeft u al vanaf 10 euro.

MSM

MSM droeg deze column voor met een kogelvrij vest tijdens filosofische talkshow De Idee, in een Stadsschouwburg vol met Arjen Lubach en diens fans.

De grootste bedreiging voor de monarchie is de kersttoespraak van koning Willem-Alexander. Zelfs het garantiebewijs van een gourmetset heeft meer karakter dan deze jaarlijkse lijkrede voor de democratie. Maar zoals miljoenen Nederlanders in de waan verkeren dat gourmetten iets leuks is, zo zijn er nog minstens evenveel ‘voor het Koningshuis’. Deze mensen zijn ofwel dom, of verkeerd ingelicht. Voor de eerste groep bestaan opvangfaciliteiten zoals de Oranjevereniging of het hospice. Voor de tweede groep bestaat er iets beters: hoop.

 

Koningsgezindheid is net zoiets als geloven dat je afstamt van Karel de Grote. De meerderheid van de bevolking heeft er last van, terwijl je maar een paar feiten nodig hebt om ervan te genezen. Aan de ene kant zijn deze feiten zo banaal dat het neerbuigend is om ze te herhalen. Aan de andere kant geldt dit nog sterker voor de geestdodende jaarcyclus van de Oranjes. Dankzij een infrastructuur van feestdagen, onderscheidingen en lachwekkend beeldmateriaal heeft hun dynastie de 21e eeuw gehaald. Feodale privileges hebben zij niet prijsgegeven. Integendeel, steeds meer politieke verplichtingen zijn hun uit handen genomen, terwijl hun toelage amper is verminderd. In die zin zijn zij grotere uitvreters dan Lodewijk XIV. De Zonnekoning zou zich de pruik van zijn kop schamen als hij moest teren op de schatkist van een staat die hij niet eens zelf hoeft te besturen.

 

Het Huis van Oranje-Nassau doet niet aan zulke gêne. Zelfs zo’n achterhaalde en ongeschoolde ambtenaarsfunctie als het koningschap weten zij nog in potsierlijkheid te overstijgen. Nu zij niet meer per draagkoets naar de WC worden getild, moeten prinsesjes doen alsof ze fietsend naar school gaan uit angst voor Kamervragen. Nu zij geen marsen en hymnen meer inspireren, wrijven ze zich in de handen als er zoiets ontstaat als het Koningslied. Een vloek voor de muziek, een zegen voor de republiek: die ene keer dat de Rijksvoorlichtingsdienst een ander genre goedkeurt dan het propagandabericht of de fopbegroting leidt dit meteen tot een constitutionele rel. Zoals Prins Amadeiro Ricosto di Carnavallo de scepter zwaait over Den Bosch, zo heerst Willem-Alexander over Nederland. Alleen moet Willem zijn act het hele jaar volhouden. De enige die hij met deze parodie nog meer voor schut zet dan zijn volk, is hijzelf.

 

Er is maar één uitvinding nog belachelijker dan de monarchie, en dat is de argumentatie ter onderbouwing van de monarchie. Zo denken sommige mensen dat het beter gaat in landen met een koning, keizer of andere genetisch gedetermineerde mascotte. Zij weten blijkbaar niet dat ook België een koninkrijk is. Hetzelfde geldt voor Lesotho, waar een recordpercentage van de bevolking rondloopt met aids, en Marokko, waar Badr Hari vandaan komt.

 

Mensen geloven vooral dat het goed is voor de economie om een vorst te onderhouden. Slavernij was pas goed voor de economie. De spanning tussen financiële baatzucht en morele principes biedt motivatie genoeg om Shell te boycotten zodra er ook maar één ijsbeer een opvlieger heeft. Gek genoeg blijkt dezelfde tegenstrijdigheid te zwak om verontwaardiging te ontlokken over het radicaal ondemocratische staatshoofd van een democratische rechtsstaat, domweg omdat de koekblikken met zijn bolle bakkes het zo goed doen in Schiphol Plaza. Natuurlijk is er een esthetisch verschil tussen creperende pooldieren en de koninklijke familie. De Oranjes belichamen een onrecht dat visueel aantrekkelijker is dan dood wild, dementerende vleesbomen zoals Juliana en Wilhelmina daargelaten. Willem-Alexander doet goed zijn best: hij importeerde een bruid uit een ander halfrond en schakelde Erwin Olaf in om zijn dochters toerekeningsvatbaar op de foto te krijgen. Een lovenswaardige prestatie, maar de ethiek laat zich niet met schmink en windturbines bewerken. Overerfbaar vorstendom als bekroning van een democratie blijft een grotere contradictie dan Marc Dutroux als erevoorzitter van Save the Children.

 

Zo vaag als de hypothetische opbrengsten van het koningshuis zijn, zo duidelijk zijn de kosten. In 2018 omvat de begroting van de koning 42,3 miljoen. Daarnaast is 17,1 miljoen beschikbaar voor andere begrotingen ‘in relatie tot het koningschap’. Dit is bijvoorbeeld het onderhoud van De Groene Draeck, de rosésloep van Beatrix, dat is weggemoffeld bij het ministerie van Defensie. In dit licht valt te begrijpen waarom oud-commandant De Kruif het Nederlandse leger onlangs ‘een 5 voor materieel’ gaf. De verdere financiën van de Oranjes zijn één groot duty-free shopfestijn. De site www.koninklijkhuis.nl staat bol van de voorbeelden, zoals: ‘De Koning (…) bezoekt een kinderboerderij en schenkt daar een dier. Dit soort schenkingen zijn onbelast.’ Wie durft te beweren dat je belasting niet leuker kunt maken? Verder beheerst de familie een imperium aan dubieus vermogen, dat deels is ondergebracht in een aantal louche en uiteraard onbelaste stichtingen. Neem bijvoorbeeld de Stichting Kroongoederen, dat als doel heeft ‘te bevorderen dat afstammelingen van H.M. Koningin Wilhelmina bij de uitoefening van de Koninklijke waardigheid de beschikking hebben over de daartoe nodige of gewenste roerende lichamelijke zaken’. Wat zijn dat, hoeren? Pasten die niet meer bij de functionele uitgaven van 28,3 miljoen? Om de eindjes aan elkaar te knopen moeten geregeld instanties bijspringen zoals het Rijksvastgoedbedrijf. Maar zelfs met die hulp houden de Oranjes het hoofd amper boven water. Sterker nog, hun gebrek is van zo’n humanitaire aard dat buitenlandse filantropen zich genoodzaakt zien het koningshuis te ondersteunen. Zo heeft de Bill en Melinda Gates Foundation een subsidie beschikbaar gesteld voor de kosten die Máxima maakt bij haar VN-activiteiten. Is het zo genoeg? Niet voor hare koninklijke krent Christina, die de cashflow ook nog eens afroomde via een brievenbusfirma op Guernsey.

 

Laten we er voor het gemak even van uitgaan dat alle stichtingen, belastingvoordelen, trusts, paleizen, koetsen, subsidies en geschenken gratis zijn. Dan kost het koningshuis de Nederlandse staat zo’n 60 miljoen per jaar. Hoewel dit voor één familie een beste smak stempelgeld is, lijkt het op de volledige rijksbegroting een marginale post. Maar zolang er bibliobussen, muziekscholen en theatergezelschappen worden opgeheven omdat hun nog veel marginalere kosten voor de overheid te hoog zijn, is dit argument nog slapper dan het wuifhandje van prins Claus. Ook als de 60 miljoen wordt verdeeld over een bevolking van 17 miljoen levert het nog individueel voordeel op: meer dan 3 euro per persoon. Dat lijkt weinig, maar dat is het niet voor iedereen die moet rondkomen van een uitkering en geen ‘Oranje’ heet. Bovendien heb je voor dat geld toch zeker twee nummers van Propria Cures. Maar de regering ziet de mensen liever met veilige lectuur, zoals het Droomboek voor de koning, waarin burgers hun ‘droom voor het land’ mogen beschrijven – niets gaat te ver om ze af te leiden van de staatkundige nachtmerrie waartoe ze grondwettelijk zijn veroordeeld.

 

Het koningshuis wordt wel ‘de kers op de democratische taart’ genoemd. Ik ken maar één taart met een kers erop en dat is de Schwarzwälder Kirschtorte, het onsmakelijkste Duitse exportproduct na Bernhard van Lippe-Biesterfeld. Gezien de irrationele rechtvaardiging van de constitutionele monarchie is het weinig verrassend dat het instituut zelfs een SS-veteraan geschikt acht om de nationale eendracht te vergroten. Niet dat er een grotere verbindende werking uitgaat van de Oranjes die wel goed waren in de oorlog. Ze waren niet eens hier in de oorlog. En zo gauw de Groene Draeck het onderspit delft bij een volgende invasie zullen ze weer met hun pony’s het eerste het beste vliegtuig naar Canada nemen. Dat vliegtuig staat namelijk gewoon in hun achtertuin. Willem-Alexander zal vast niet te beroerd zijn om het voorbeeld van Wilhelmina te volgen, en vanuit een of ander landhuis zijn onderdanen op te roepen om nou toch godverdomme eens in verzet te komen want het jachtseizoen op Het Loo is bijna geopend. Je kunt van Hoessein, Khadaffi en Assad zeggen wat je wil, maar zij bleven tenminste wel op post toen er gevaar dreigde.

 

Het blijkt maar al te vaak dat tradities niet acceptabel hoeven te zijn om voort te bestaan, zolang het maar tradities zijn. Zelfs aan deze voorwaarde voldoet het Nederlandse koningshuis niet. De Oranje-dynastie is amper twee eeuwen oud, en na de Napoleontische oorlogen in het zadel geholpen om het romantische revivalproject rondom de in elkaar geflanste natiestaat wat op te leuken. Vergelijk dit met de Perzische keizers, die 2500 jaar regeerden en nu ook opgehoepeld zijn. Je ziet meteen dat de stamboom van de Oranjes weinig voorstelt: een vorst met een zuivere bloedlijn onderscheidt zich door de grootte van zijn kin, niet door die van zijn buik. Van zijn adellijke vazallen hoeft Willem-Alexander het evenmin te hebben. Wie respect heeft voor de aristocratie van Nederland vindt de business class van Easyjet vast ook een chique bedoening.

 

Mensen zullen denken dat dit stuk voortkomt uit jaloezie. Dat klopt. Ik wil ook een eredoctoraat, een penseelschimmel en een kinderziekenhuis. Ik ga ook niet ontkennen dat de monarchie grootse dingen heeft voortgebracht: we hebben er onovertroffen grappen aan te danken zoals de zwemaffaire, de Lockheed-affaire en de Greet Hofmans-affaire. Maar zelfs voor de leukste grappen kan de prijs te hoog zijn. Hopelijk hoeft Amalia er dus niet meer aan te geloven – al is het alleen maar zodat haar kinderen in de toekomst echt met de fiets naar school kunnen.

MSM

Archief