denker des vaderlands Rene Gude
Esther van Fenema is psychiater en Albert Otten ex-rechter.  Ze hebben niet zo heel veel met elkaar te maken verder, behalve dat ze deelhebben aan hetzelfde chemische proces dat het universum heet. En zelfs dat niet trouwens, want ook hun eigen individualiteit is maar een illusie van ons brein. Tenminste, dat schreef het universum vorige week onder hun naam in een ingezonden brief in de Volkskrant. Een deterministisch betoog, inclusief consequenties voor de rechtstaat, die ‘niet meer van deze tijd is’ zolang er met begrippen als schuld en toerekeningsvatbaarheid wordt gestrooid. Het universum heeft ballen.

De idee dat menselijk gedrag niet vrij is, is van ver voor de oorlog en kent vele verschijningsvormen. God, de natuur, atomen, neuronen. Zowat in elke eeuw sinds het begin van onze jaartelling komt het wel ergens om de hoek kijken om het menselijk gedrag te ondermijnen. In de westelijke geschiedenis zijn er grofweg drie tradities te noemen. De filosofische, die ontsproot in de scheuren van de pilaren van de Stoa, en die via Spinoza uiteindelijk vijfentwintig eeuwen later in Sartre’s pijp werd gesmoord. Dan de wetenschappelijke, die aanving bij Newton en na Darwin in de negentiende eeuw hoogtij vierde, maar die uiteindelijk door kwantumtheorieën overbodig werd. En dan nog de religieuze, die bij Luther zijn intrede deed en voortduurt zolang ze in de Bijbelbelt alleen de DIRK-tas een autogordel omdoen.

 

Toch kiezen Van Fenema en Otten voor de twee dode tradities om hun wetsvoorstellen te stagen en sterker nog: iedereen die geen nisje voor Dick Swaab in zijn slaapkamer heeft of zijn kinderen elke avond uit Wij zijn ons brein voorleest, wordt als dwaze heiden neergezet, volger van die derde, nog levende traditie: geloof. De grondwet is immers net de Bijbel: een overgewaardeerd sprookjesboek  dat niemand dorst te herschrijven. Ik mag hopen dat de tijdscapsule waarin de redactie van de Volkskrant het briefje vond is ontsmet, want dit soort gewauwel riekt naar negentiende-eeuwse syfilis. Als je denkt dat de ‘… voor Dummies’-reeks zo’n bruikbare bron voor een filosofische spreekbeurt over neurofysica is, lees dan toch in ieder geval verder dan Swaab. Klages, Bohr, Heidegger, zoiets. Of Luther desnoods, die zijn noodzakelijkheid der dingen tenminste iets heroïscher aan de man bracht dan een Libris-toptien dat doet.

 

De fysische argumenten wil ik hier niet bespreken, al ben ik benieuwd wat er van over blijft als je ze in een deeltjesversneller gooit. Nee, ik neem het maar even voor waar aan: het universum is een groot uurwerk en wij zijn allemaal tandwieltjes. Het is de filosofische kant van het verhaal waaraan ik mij erger, mevrouw Van Fenema en meneer Otten. Legio denkers hadden jullie kunnen aanhalen om het weldenkende deel van alle Volkskrantlezers aan jullie zijde te laten scharen. Van Parmenides tot Spinoza, medestanders te over. Maar nee, als ware strevers naar weerlegbaarheid, laten jullie je these verdedigen door niemand minder dan Daniël Dennett. Een derderangs jarentachtigfilosoof die met zijn kin nog in de negentiende eeuw zit en met de rest van zijn hoofd in een film van Paul Verhoeven, waarin computers een bewustzijn hebben. Deze met de sciencefiction-cultuur mee omhooggevallen baardnerd, is net zo snel als zijn genre weer overbodig geworden, toen Lord of the Rings mooiere muziek bleek te hebben dan Star Wars en Twilight geilere mannen dan Harrison Ford. Werkelijk, jullie hadden het net zo goed aan Dr. Spock kunnen vragen.

 

Niet alleen de idee dat mannen met baarden te vertrouwen zijn, is sindsdien weerlegd, ook hun theorieën zijn dat. Deze op getekende pony’s geilende techniekfanaat zei namelijk dat onze psyche niks anders is dan een heel ingewikkelde computer. Hardware die massief genoeg gemaakt wordt, kan uiteindelijk niet alleen berekenen, maar ook begrijpen en denken en als ie even veel verbindingen heeft als het menselijk brein, dus ook liefhebben, schuld voelen en deze gevoelens vervolgens als illusies ontmaskeren in een ingezonden brief in de Volkkrant. Dat elke computer een veredelde rekenmachine is, hoef ik u natuurlijk niet te vertellen, dus exit Dennett, maar zelfs al zouden we stellen dat ie gelijk heeft en dat liefde, schuld of het gevoel te veel verhuisd te zijn als kind, uit te leggen zijn in binaire code, dan nog zijn deze dingen niet uit ons leven te bannen. Niet dood te denken, of het denken sterft zelf. Doe eens een week alsof je een brein bent, in plaats van een ziel. Het is niet te doen. Schuld en rechtvaardigheid zijn geen wetenschappelijk toetsbare begrippen. Zij zijn ervaringsbegrippen, die de mens op een voor de neurofysica onnavolgbare wijze als iets zwaars en iets scherps voelt. Van Fenema en Otten hebben wel iets weg van de advocaat uit The man who wasn’t there, die zijn cliënt probeert vrij te pleiten door de rechter er van te overtuigen dat het universum niet bestaat. Een psychiater en een ex-rechter die de grenzen van hun hobby’s niet goed hebben begrepen: geeuwen onderdrukken bij huilverhalen en hamertje-tik.

 

Dat Dick Swaab nu ook in de krant naar volgelingen rekruteert, mag nieuw heten. Waarschijnlijk is het allemaal ter  compensering voor het weinige succes dat hij in het buitenland oogst, dat kennelijk wel met zijn tijd meegaat en verantwoord in het leven staat. Logisch ook, in het Engels moet zijn naam iets als swaffelen betekenen en dat soort grappenmakers halen Oprah’s boekenclubje natuurlijk niet. Geeft helemaal niks. Hoewel zijn theorieën en die van zijn volgelingen door de rechtstaat niet herinnerd zullen worden, zal de neurowetenschap er blijvend bij gebaat zijn. Vooral de poliklinieken autisme, alzheimer en kil rationalisme.

LAH

Archief