Toen ik naar mijn werk fietste door de Zuid-Hollandse weilanden, zag ik tot mijn genot een haas over het fietspad rennen. Mijn vreugde was van korte duur, omdat ik zag hoe het arme beest in bruin-rode stroken uiteengereten werd, nadat het voor de lichtstraal uit mijn koplamp probeerde te vluchten en zodoende noodlottig de dorstrommel van een verderop aanwezige landbouwmachine inhupste. Omdat mijn huisarts, Dr. Noodles, altijd zegt dat lachen het beste medicijn is, besloot ik deze traumatische gebeurtenis te verwerken door het nieuwe boek van Abel van Gijlswijk te kopen.
Nadat Scheltema, Athenaeum en drie Leidse boekwinkels me hadden moeten teleurstellen, slaagde ik bij de Relay op Amsterdam Centraal; een winkel waar je naast occulte geschriften ook taartvorkjes in de vorm van wietbladeren en koffiekopjes met daarop ‘Hot mama’ kunt kopen. Voor iemand die anderen beschuldigt van het hebben van een ‘Ako-ideologie’ een markante distributiestrategie.
Zelfs als je de goede winkel te pakken hebt, is het boek moeilijk te vinden. De witte kaft met witte reliëfletters geeft het de allure van een door een spook volgespoten condoom of een zichzelf afwerpende slangenhuid. Tussen titel en auteursnaam bevindt zich een glimmend plakkertje, dat de zingende pygmeeën aan de lopende band van drukkerij Wilco scheef op mijn editie hebben aangebracht. Een zilveren ring aan de hand van een albino-aap.
De darmen, bloedvaten en pezen van die aap bestaan uit drie delen met respectievelijk witte, grijze en zwarte pagina’s. Interessant genoeg is elk deel korter dan het vorige. Misschien ontgaat me hier de esoterische symboliek, maar het lijkt erop dat de monocle-en-hoge-hoed-dragende industriëlen van Das Mag, Abels nationalisering van de drukinkt een halt toe hebben willen roepen. Ik begrijp ze volledig, zij zagen hun winstmarge natuurlijk al verdampen door zinnen als ‘chaos is de enige legitieme ordening’, zelfs al zouden ze die afdrukken op hergebruikt bakpapier. Leuk geprobeerd, Abel, maar de klanten van mijn taxidermiebedrijf waren niet blij toen ik hun Golden Retriever teruggaf met zijn kloten in zijn oogkassen en de poten aan de rug genaaid. Zij hadden toch een ander idee van een legitieme ordening van Rakkers lichaamsdelen.
Een contra-indicatie voor de stelling dat chaos nastrevenswaardig is, wordt, behalve bij een beest, ook geboden bij het opzetten van een zin. Dat krijg je Mark Fisher/Ad Visser helaas niet uitgelegd: ‘Net als mijn slapeloze nachten, loopt ook het sterven en herrijzen van mijn waarheid in een kring waar ik mijn klok op gelijk zou kunnen zetten’.
Een interessante passage, diep in het zwarte woud van deel drie, beschrijft hoe Abel zijn vader (wiskundige van beroep) tot wanhoop drijft met vragen als: ‘waarom zijn er oneindig veel getallen en maar tien cijfers?’ Van Gijlswijk senior, zijn zaad vervloekend omdat de wandelende sativastronk die eruit ontsproten is te dom is om te snappen wat een decimaal talstelsel is, maakt zich er vanaf door Gödel, Escher, Bach voor Abels neus neer te smijten. Een vorm van kindermishandeling waar een Noord-Nederlands pleegkind nog heimwee naar Rakkers kaken (inmiddels zijn sleutelbeenderen) van krijgt.
Toch heb ik geen medelijden met Abel. Toen ik zelf als puber Hofstadters schizofrene tirade kocht, besloot ik na tien bladzijden dat het tijd was om /lit/ niet meer te bezoeken en in de wondere wereld van de vagina te duiken. Abel, daarentegen, draaide nog een joint op de kaft van G.E.B. en Zeitgeist nog een keertje af op Youtube. Wie de ijspriem past, trekt hem door zijn frontale cortex en wordt daarna punkartiest en rapper. Eigen schuld dikke bult.
Zo’n jeugd leidt vervolgens tot passages als de volgende: ‘Ik verveel me vaak maar doe nooit echt niks. Ik wil alsmaar dingen maar eigenlijk heb ik niks nodig, want ik heb alles al, en uiteindelijk is niets toch ooit echt van mij. Ik zit stampvol meningen maar als puntje bij paaltje komt, blijkt vaak niets me heilig. En van alles wat ik vind, kan ik me het exact tegenovergestelde vaak ook ergens wel voorstellen.’ Een veertienjarige met een hanenkam en een klantenkaart van The Bulldog ziet hierin een fantastisch post-ironisch yin en yang: een goudeerlijke omarming van de ouroboros die het leven is. Ikzelf zie vooral een prachtige eerste alinea voor de ontslagbrief van een zekere acquirerend redacteur van Das Mag.
Behalve over waarom IQ-testen eigenlijk schedelmetingen zijn en de ‘energetische knopen’ in de buik van Slavoj Žižek, schrijft Abel ook over zijn thuisbasis: Amsterdam-Noord: ‘Op de plek waar ooit de galgen stonden, staat nu het laboratorium van Shell, waar je gerust je eigen betekenis op mag plakken.’ Het is nog veel erger, Abel. Bovenaan de piramide dansen er geen mannen in pijen rond een alziend oog terwijl er aardolie en adrenochrome door hun aderen stroomt. Bovenop de piramide redden drie mannen en twee meelopers elke twee weken de literatuur van mongolen zoals jij. Het complot gaat altijd dieper en blijkt altijd gruwelijker dan je dacht.
IS
Chaotisch denken voor gevorderden, Abel van Gijlswijk.
Das Mag, €22,99