plasterkMensen eronder houden, dat geeft altijd een fijn gevoel. Als die mensen ook nog eens slimmer zijn dan jij bent, wordt een normaal mens haast krols van puur geluk. Het is leuk om een alfa te zijn. Elke grote uitvinding komt uit de koker van een bèta en toch leven we in een wereld die gebouwd is voor de alfa. Terwijl wij genieten van al hun vondsten zitten zij huilend te twitteren, alleen op hun kamer. En dat is eigenlijk maar goed ook.

Er is namelijk een reden dat bètamensen autistisch, Chinees of in de meest tragische gevallen zelfs allebei zijn. We hebben ze nodig. De Duitsers gijzelden geleerden zodat ze aan de V2 konden sleutelen. Dat was helemaal niet nodig, ze sluiten zichzelf wel op. Bètamensen hebben een natuurlijk verantwoordelijkheidsgevoel. Zonder hen zou de mensheid ten dode opgeschreven zijn.

Mensen zoals u en ik hebben helemaal geen zin om een kuur voor kanker te verzinnen of een
experimentele brandstof te ontwikkelen waarmee het klimaat gered kan worden. We hebben wel wat
beters te doen. Een boek uit 1903 lezen of Swahili leren, zodat we die avond wat te vertellen
hebben in de kroeg. Alfamensen hebben de maatschappelijke meerwaarde van een leprakolonie. Bèta’s redden de wereld, wij houden hem leefbaar.

Helaas lijkt aan dit fragiele evenwicht een einde te komen. Waneer bètamensen sociale
vaardigheden ontwikkelen en ook buiten de deur komen als er geen fandag voor het getal Pi wordt
georganiseerd, moeten we oppassen. Er ontstaat een hybride ras: een soort mens dat in staat is om
baanbrekende ontdekkingen te doen, maar zonder World of Warcraft account. In de praktijk zou het
inhouden dat alfamensen overbodig worden. Dat de natuur ons wegzuivert. Generatie na generatie
worden we opgeslokt door geile hordes bèta’s op zoek naar evolutionaire revanche. Tot de hele
wereld alleen nog maar uit Ronald Plasterken bestaat.

Onze minister van onderwijs, cultuur en wetenschap is de eerstgeborene van dit hybride ras.
Gespecialiseerd in moleculaire microbiologie en genetica maar met de natuurlijke charme van – pak
hem beet – een student taal & communicatie. Mocht Ronald Plasterk in een militaire dictatuur
geboren zijn dan was hij minister van informatie geworden. Hij is zo mediageniek dat hij zonder
verlies van geloofwaardigheid zou kunnen verkondigen dat Kim-Jong Il niet alleen blaakt van de
gezondheid, maar ook de marathon van Pyongyang in een tijd van tweeënveertig minuten en twaalf
seconden heeft gelopen met een dwerg op zijn rug.

Veel bekendheid verwierf hij met zijn hoed. Als het protocol het hem niet zou verbieden dan zou
hij ongetwijfeld een sombrero dragen. Plasterk valt namelijk graag op. Wie op een mooie lentedag
langs Bussum rijdt kan zomaar een solitaire rolschaatser tegengekomen. Een volwassen man op
inlineskates die naast zijn leeftijd vooral opvalt door het feit dat hij zijn hoed tijdens het
sporten gewoon ophoudt. Plasterk is zo ijdel dat hij niemand vertrouwt die dat niet is. Zijn
boeken laat hij uitgeven door Mai Spijkers. Een man wiens visie op de binnenhuisarchitectuur
eruit bestaat dat een grachtenpand het best tot zijn recht komt als je het volhangt met
portretten van jezelf.

In de politiek deelt Ronald Plasterk de spotlight liever niet. Andere ministers nemen een
staatssecretaris als gelijkwaardige sparringpartner. Van Middelkoop wordt overklast door Jack de
Vries, Wouter Bos heeft aan Jan-Kees de Jager een goede hulpsinterklaas. Plasterk wordt echter
bijgestaan door Marja van Bijsterveldt. Een vrouw die zich zo goed weet te verstoppen dat ze niet
zou misstaan als verdachte van het Joegoslavië tribunaal. Als ze al een keer de pers te woord
mag staan dan kijkt ze zo verdwaasd om zich heen dat je haast begint te vermoeden dat manlief ’s
morgens een boterham met valium in haar trommeltje heeft gestopt.

Geen minister bezoekt zoveel premières, borrels en evenementen als Plasterk. De minister van
salsadip hobbelt van feestje naar feestje waar hij overal als eregast wordt binnengehaald. Het
minste wat je koning subsidie kunt aanbieden is een plakje leverworst en een glaasje bubbels,
mocht dat in de smaak vallen dan kun je zijn zegelring kussen en een gunst vragen. Doe je dat
niet, dan kan je theatergezelschap wel eens heel spoedig haar slotvoorstelling spelen. Hoeveel
hij ook afweet van atoomsplitsingen, priemgetallen en Lego Techno: Ronald Plasterk is een
duidelijk alfamannetje. Altijd het stralende middelpunt van de kudde. Voldaan in de zon zittend
terwijl andere beestjes al het werk doen. In het mensenrijk heet dit verschijnsel overigens
gewoon een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Geeft niet, hij zal niet de eerste politicus
zijn. Voorbeelden hoef ik u vast niet te noemen. Laten we vooralsnog maar gewoon dankbaar zijn
dat hij alleen over subsidies wat te vertellen heeft.

Een beetje alfamannetje wordt eens in de zoveel tijd uitgedaagd door een concurrerend mannetje en
moet zijn dominante positie dan met een gevecht verdedigen. Het toeval wil dat een uitgever mij
onlangs vertelde over hoe hij jaren geleden een boek wilde uitgeven waarin positief werd
geoordeeld over een Amerikaanse geneticus. Plasterk voelde zich ernstig tekort gedaan en stuurde
de uitgever een brief waarin hij aangaf het boek ‘helemaal kapot te gaan maken’ als hij het
aandurfde om het te publiceren. Met klamme handjes werd het manuscript naar de drukker gestuurd.

Dagen, weken, maanden gingen voorbij. De beloofde recensie kwam er nooit. Ronald Plasterk is een
silverback die heel imponerend op zijn borst kan roffelen maar wanneer de uitdaging geaccepteerd
wordt in een boom klimt en onnozel voor zich uit starend een banaan begint te pellen. Plasterk is
geen alfamannetje. Onze minister van onderwijs is gewoon een brutale aap.

StB

Archief