In Limburg maken ze ook advertenties. En die komen dan terecht in kranten die gelezen worden door normale mensen in het noorden, en zich ’s ochtends dan vragen gaan stellen als: hoezo wijst alles op uitstappen als er een menigte van dertig man voor de trein staat om in te stappen? Waarschijnlijk gaat die trein dan naar een hele goede bestemming, als er zoveel mensen in willen. Ik blijf dan zeker zitten. En wat moet ik denken van vier keer per uur een zitplaats op weg naar mijn werk? Hoelang mag je er op blijven zitten? En hoezo zou 1650 kilometer wandelpad een belemmering moeten zijn voor een concert van Dvořák met Liza Ferschtman op 2 oktober? Waarom dan dat ‘evengoed’? De enige belemmering die ik me kan voorstellen is dat Dvořák dood is, maar ja.
En sinds wanneer wijst alles op Zuid-Limburg? Is Ferdinand Magelhaes op zoek gegaan naar een westelijke route naar de Molukken met een kompas dat immer wees op Zuid-Limburg? En wat dacht ik van ‘Meer bijzonderheden uit Zuid-Limburg?’? En waarom mocht Noord-Limburg niet meedoen, mensen van de Stichting RegioBranding Zuid-Limburg? Vragen, vragen, vragen. Het volk van boven de grote rivieren eist antwoorden.