Ja, voor iemand die deze zomer eindexamen deed op een of ander lyceum in Arnhem is het waarschijnlijk een moeilijke: ‘Propria Cures’. Gelukkig voor u mogen vrienden en vijanden ook ‘PC’ zeggen. Om verder te lezen hoeft u niet eens te weten wat het betekent, en zelfs niet of het nou Latijn is of Grieks, eigenlijk. In dit voorstadium van de rest van uw leven is het vooral belangrijk dat u eens hoort dat dat laatste niet begint bij het ophangen van uw versleten Eastpak aan een vlaggenstok, zoals uw ouders, grootouders en de rest van uw LinkedIn-netwerk beweren. Nee, neem het maar van ons aan: als u iets wilt bereiken, zult u voor uw eigen zaken moeten zorgen.
Door naar Amsterdam te verhuizen heeft u vast een eerste stap in de juiste richting gezet. U bent hier immers niet alleen in de hoofdstad van Nederland, maar ook in de hoofdstad van literaire satire. Wat de Eiffeltoren is voor Parijs, is PC voor Amsterdam. We zijn zelfs ongeveer even oud. Al 136 jaar duwen wij elke verrekte volidioot die te hoog van de toren blaast met humoristisch geweld over de reling. Voor wie? Voor u. Het is door ons toedoen dat Joost Zwagerman niet nóg meer plek inneemt in de boekenkast van uw vader. U mag ons wel bedanken.
Wij van PC zijn oplossingsgericht, zeker, maar we blijven ook te allen tijde stijlvol. Oud-redacteur Abram de Swaan noemde Jezus Christus in 1967 bijvoorbeeld al een ‘door actieve zelfstudie opgeklommen timmermanszoon’. Dat niet iedereen dat gevoel voor stijl deelt, heeft de tijd vaak genoeg geleerd. Bovenstaande godslastering werd bijvoorbeeld beboet, net als de prent van Leon de Winter in een massagraf die we plaatsten omdat hij toen ook al te vaak de jodenkaart trok. Doordat in de eerste plaats PC-redacteur en in de tweede plaats televisiemaker Beau van Erven Dorens van het balkon van de Stadsschouwburg plaste, worden wij sindsdien niet meer uitgenodigd voor het Boekenbal (al betekent dat niet dat we niet binnenkomen). En toen schrijver Jan Arends van een flatgebouw afsprong nadat er in PC een recensie van zijn boek verscheen, werden we niet uitgenodigd voor zijn begrafenis.
Als u denkt dat kleingeestige angstreacties op satire iets zijn van vroegere tijden, heeft u het mis. Dat de geschiedenis zich herhaalt wordt nergens duidelijker dan bij PC. In de afgelopen twee jaar werden wij bijvoorbeeld verstoten door De Groene Amsterdammer omdat we constateerden dat Margreet Fogteloo het arbeidsethos en uiterlijk heeft van een uitgetrapte sigaret, en bij Café De Richel omdat we een paar biertjes aanzagen voor gratis biertjes. We werden verboden door de UvA, net als dat we in de jaren 1941-1945 verboden werden door beter belezen nazi’s, en voor een ludieke doodsbedreiging aan het adres van schrijver Femke Brockhus deed zij aangifte tegen ons. Ondanks dat Quint [achternaam bekend bij redactie, red.] onze naar Jan Arends’ boek vernoemde Keefmanbokaal mocht winnen, werden wij voor zijn begrafenis al evenmin uitgenodigd.
Als u goed heeft opgelet bij Nederlands, bent u al bekend met de PC-redacteuren van weleer. U heeft dus geen flauw idee wie Martinus Nijhoff, Nina Polak, Menno ter Braak en Hella Haasse zijn. Hopelijk komen ze u net bekend genoeg voor om te weten dat u ze wel zou móeten kennen. Hierboven las u al dat de geschiedenis zich herhaalt; het zou dus naïef zijn om te denken dat huidige redactieleden AP, WF, MAJM en IS, alleen omdat ze toevallig nog niet hun debuutromans hebben gepubliceerd, minder invloedrijk zullen zijn in het culturele debat over goede smaak en goede smakeloosheid. Leest u zelf maar eens mee.
We stellen u eerst voor aan ons oudste redactielid: AP. Een verslaafde gekkin met de tandenhaag van een grote witte haai en de acht inktzwarte pennen van een reuzeninktvis. Zo kondigde zij Joost de Vries onlangs aan als ‘de donderdijen van Heerhugowaard’ en beschreef ze het gezicht van Jolande Withuis als een ‘geriatrische graftakkenkop’. En dan is Jolande Withuis nog best wel leuk om te zien ook, voor een vrouw op leeftijd; moet u u voorstellen wat AP over ú zou zeggen.
Dan WF. Twee meter lang, twee meter breed, en zo schrijft hij ook. Hij noemde dit jaar de anus van Joost Schafthuizen een ‘vicieuze cirkel’ en de anus van De Groene Amsterdammer [Marja Pruis. Deze geven we u nu nog cadeau, maar in volgende nummers zult u alle grappen zelf moeten begrijpen, red.] een ‘literaire overblijfmoeder’. Hij heeft het gezicht van een Turk, het strafblad van een Marokkaan en de opvattingen van een PVV’er, en zorgt zo eensklaps dat ook alle minderbedeelde Nederlanders in PC vertegenwoordigd zijn.
MAJM, daarentegen, is een telg uit een hoogliterair geslacht, met een netwerk dat draadloos internet op de telegraaf laat lijken − en daarmee bedoelen we niet per se de krant die uw vader (die met de Joost Zwagerman-boekenkast) leest op de zaterdagochtend. Zo’n netwerk zou handig zijn, als MAJM niet zó snel ruzie kreeg dat de helft van de mensen die hij kent zijn gezworen vijanden zijn. Lieneke Frerichs, bijvoorbeeld, hoeft hem niet meer te spreken nadat hij haar omschreef als een ‘Ilse Koch-cosplayer’, en Michiel Lieuwma draagt in het openbaar een pet sinds MAJM zijn haarverlies als volgt duidde: ‘De meeste haarlijnen van mannen van zijn leeftijd welven, maar Michiel heeft een soort blokje op het midden van zijn voorhoofd zitten waarvandaan slierten naar achteren lopen.’
IS bezit de geruisloze dodelijkheid die ook gifslangen, stealth bombers en alvleesklierkanker kenmerkt. Elk woord dat hij niet zegt is waarschijnlijk een belediging die hij bewaart voor een van zijn stukken. Remco Breukers, die de Universiteit Leiden geen bolwerk van vrijheid meer vond, was bijvoorbeeld ‘zelf een bol werk van vraatzucht’, en David van Reybrouck ‘een Jan-van-Eyckfiguur met het syndroom van Crouzon’. Het laatste doelwit gebruikte IS daarnaast om te demonstreren dat hij ook een subtielere kant heeft, door te noteren dat ‘bij het veranderen van de titel “Denker des Vaderlands” in “Denker der Nederlanden” precies het verkeerde gedeelte is aangepast’.
Bekijk het eens zo. Bent u niet met ons? Dan bent u tegen ons. Als de voorgaande citaten dan nog niet genoeg aanleiding vormen om nu meteen de Cursus PC-redacteur erbij te pakken en te lezen hoe u zelf ook redacteur wordt, heeft u waarschijnlijk de amygdala van een zwarte neushoorn die tot moes is geplet onder de hoeven van een witte neushoorn. In dat geval moeten we een andere manier vinden om u aan te spreken.
Misschien bent u vatbaar voor glitter en glamour? Want het leven van een PC-redacteur gaat niet niet over rozen. Waar normale mensen drie boeken moeten schrijven voordat ze in de grachtenpandvormige hamam van Mai Spijkers door Özcan Akyol gescrubd mogen worden, krijgen wij elk jaar keurig een uitnodiging voor de zomerborrel, ondanks dat we dan steevast de nepmarmeren bar leegdrinken en Mais dochter volneuken. Op het Boekenbal worden we door Ronald Giphart − toegegeven, goedkope − cocaïne aangeboden, en op boekpresentaties krijgen we altijd een plekje op de eerste rij, ook al kunnen de sprekers dan al onze gemene grappen horen. Stagiaires schrijven hun telefoonnummer in de kaft van de gratis recensie-exemplaren die ze ons toesturen met hartjes op de 1’en, en in De Pels staat Bas Heijne meteen zijn stoel af als hij ziet dat wij binnenkomen, met zo’n lach die apen hebben als ze bang zijn.
Zo kunnen we nog wel even doorgaan, maar we mogen aannemen dat de boodschap ondertussen duidelijk is. Cijfers wijzen uit dat uw begrijpend lezenvaardigheden van lager niveau zijn dan die van alle generaties die u voorgingen sinds de spelling van Siegenbeek – toen u voor uw mondeling examen Het leven van een loser deel 3 moest lezen, keek u uiteindelijk toch maar een videosamenvatting op Tiktok; misschien vindt u deze met gedachtestreepjes opgebroken zin ook al moeilijk te volgen −, maar zelfs voor u zal onderhand wel duidelijk zijn dat wij u niet hoeven te overtuigen. U moet ons overtuigen. Lees PC, met de nadruk op ‘Lees’, en ‘PC’; lees de Cursus; lees een keer een echt boek, en meld u dan weer. Wij wachten wel. PC gaat nergens heen. Met of zonder u.
de redactie