De effecten van inteelt zijn fysiologisch zichtbaar. Hoewel zijn Korsakovkop wel voort kan komen uit een met drank overladen interfamilaire wippartij, is Willem-Alexander geen Habsburger. Hij mist zo’n centenbakkie onder zijn bakkes. Sinds kort is er ook een Leids ledemaat, dat is ontstaan na jarenlange endogamie in het Kamerling Onnes Gebouw: de Cliteurklit. Dit hypersensitieve genotsknobbeltje bestaat niet enkel bij de feminiene soort; mannelijke eunuchen die zich in de kringen van de sekteleider begeven bezitten haar ook. De kittelaar zwelt op zodra de mogelijkheid tot een discussie over het deporteren van mohammedanen, Roma, joden, Sinti, homoseksuelen, Arabieren, parlementariërs, Inuit, cultuurmarxisten, Afrikanen, journalisten, Chris Aalberts (valt in meerdere categorieën, maar verdient een eervolle vermelding), gehandicapten of andere groepen die per ongeluk het beleid van ontmenselijking, opsluiting en deportatie bezitters zijn ontlopen, zich aandient. En mocht dit naar de mening van de bezitter te lang duren, als er een minuut of vijf niet is getweet over hoe laat de treinen gaan rijden, dan draaien ze zelf maar aan de knoppen. Alles om de zuivering van de boreale broederschap met deutsche Pünktlichkeit te voltooien.            

Ik begin dit stuk met een belofte. De naam Baudet zal u hier, buiten deze zin, niet aantreffen. Na de afgelopen we­ken willen we niets meer over die derde­rangs Razzie-winnende dilettant horen. Maar het waren wel dagen waarin ie­dere journaaluitzending mij liet huilen. Een dementerende KiKa-clown met uit­gezaaide botkanker geeft op één avond betere duiding dan Arjan Noorlander in zijn hele leven heeft gedaan. De gehele goegemeente van stukjestikkers en plof­kapdragers waande zich op het Neuren­berg-tribunaal: jarenlang actief meege­daan aan de adoratie van een spijtknor die qua infantiliteit en aandachtsgeil­heid enkel Gordon voor moet laten gaan, maar zodra de dag des oordeels aanbrak spontaan geheugenverlies hebben. Ja­renlang ging het volgens hetzelfde lied­je – het Geuzenlied, welteverstaan: wat zou hij hebben bedoeld toen hij zei dat hij ‘Europa dominant blank wilde hou­den’? Lelieblank? Roomblank? Geen idee, maar daar gingen de onderzoeks­journalisten uitgebreid over soebatten in de kantine van Nieuwspoort tijdens een dinertje. Met blanke vla toe.      

Maar ik ben de slechtste niet. Beste jour­nalisten van Nederland, ik doe het u één keer voor. Net zoals Romario bij PSV heb ik geen zin om steeds te moeten ver­dedigen, ik sta in het veld om doelpunten te maken. Omdat het journalistenrapaille meer laat passeren dan de verdediging van VVV-Venlo zal ik naar het voorbeeld van Marco Materazzi eenmaal laten zien hoe je met gestrekt been de bal én de man tegelijk pakt.   

Tijdens mijn mislukte snuffelstage onder de vleugels van Eric Smit (als vegeta­riër is het moeilijk leven te midden van kannibalen) heb ik van de grote meester één ding geleerd: follow the money. ‘Wie betaalt bepaalt’, zoals Ted van Leeuwen voor de camera’s van PowNews uitlegde. Of in de woorden van Ava Addams, mijn favoriete pornoster: ‘It’s not about the dress, but what’s underneath the dress.’ Het WOB-verzoek met de bonnetjes en facturen van de Leidse rechtenfaculteit liet even op zich wachten, maar het was de maanden duimendraaien waard.

Herinnert u zich de ronkende kop ‘Ach­ter islamisering zit een plan’? Het is al­weer een kleine vier jaar geleden dat de nazijournalist met duckface voor het Algemeen Dagblad Machteld Zee in­terviewde. Zij was op dat moment de nieuwste Cliteurkloon, een voorma­lige “linkse” vrouw (want ze stemde ooit D66, de partij die uit de stemwijzer komt nadat je op dertig stellingen hebt gereageerd met ‘geen mening’) die nu het licht had gezien over de islam. Een bekeerling – Paulus op weg naar Lei­den – die na twee dagen in een sharia­rechtbank te hebben rondgehangen rond­trompetterde dat de Arabieren ons onder de voet zouden lopen. Allemaal dankzij een al aanwezige vijfde colonne. En het allerergste was natuurlijk dat alle me­dia angstvallig om het onderwerp islam heenliepen. Nooit werd er geschreven over kopvoddentaks of de Mohammed­cartoons, Wilders bestond blijkbaar nog niet. En dat allemaal dankzij de zichzelf hatende mainstreammedia. Of zoiets. Alle journalisten, van Hassan Bahara in de Volkskrant tot Nikki Sterkenburg in Elsevier tot Rudy Bouma in Nieuwsuur, hingen aan haar lippen om haar Proto­collen van de Wijzen van Mekka als een fanatieke jongeling tot zich te nemen. Binnen haar vakgebied werd Zee echter uitgelachen omdat ze het niveau van de ballenbak nog niet was ontstegen. Maar die criticasters werden snel de mond ge­snoerd, want de feiten mogen dat wel zo zijn dat Zee nog minder dagen aan haar proefschrift werkte dan een parttime-werkende vrouw met zwangerschapsver­lof, dat betekende nog niet dat ze geen gelijk had. Want moslims! Islam! Zand­bak! Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar je mag niemand uit Leiden ermee confronteren.           

En dat terwijl er toch zeker ruimte was voor een gezonde argwaan. Want wat was dat voor ’n organisatie, die Stichting Agnosticisme en Meritocratie die haar proefschrift had gefinancierd? Niemand, maar dan ook niemand, stelde de vraag. Echt niemand? Nou, oké, één persoon. Ere wie ere toekomt. Peter Breedveld en de commentaarsectie van Frontaal Naakt deden in 2015 al datgene waarvoor ie­dere journalist betaald wordt: onderzoek. Want dan had iedereen in het land gewe­ten dat Zee betaald werd door niemand minder dan Peter Visser, een man van 270 miljoen, als we de laatste lijst van Sander Schimmelpennick mogen gelo­ven. Bij de meeste lezers zal de naam van deze mediaschuwe man geen belle­tje doen rinkelen, maar zegt Egeria pri­vate equity u iets? Het sprinkhanenfonds dat het nodig vond om, als eigenaar van NRC Media, zichzelf in 2012 een divi­dend uit te keren van € 12,5 miljoen bij een winst van 4,7? Als deze man ge­schenken brengt, moet u zeker wantrou­wend zijn.           

En dat blijkt ook wel uit het contract dat de stichting A&M met de Universiteit Leiden heeft afgesloten. Al kan men niet zeggen dat Visser gierig is. € 342.966,- voor een promotietraject van vier jaar is een redelijke boterham. Maar de rest van de overeenkomst is even flexibel als een leasecontract bij Wehkamp. Twee pun­ten uit het contract springen in het oog. Allereerst: ‘Na afronding van het on­derzoek heeft de stichting het recht om, bij voorkeur in samenwerking met de promovendus en/of promotor en copro­motor, de resultaten van het onderzoek toegankelijk te maken voor een breder publiek, middels een aparte (boek)pu­blicatie. De stichting heeft recht op 50% van de eventuele royalty’s die hieruit voortvloeien.’ Visser hengelt hier een mooie return on investment binnen. Ten tweede: ‘In alle publicaties die uit dit on­derzoek voortvloeien, zal melding wor­den gemaakt dat het onderzoek met een subsidie van de stichting tot stand is ge­komen.’ Om Van Leeuwen nog eens aan te halen: wie betaalt, bepaalt. Zo is het bij Vitesse en zo is het in Leiden. En het is best netjes om bij onderzoek op be­stelling de aanvrager te noemen. Ook al blijft dat slechts bij afspraken.         

Het proefschrift van Zee is tweemaal als boek verschenen, eenmaal in het Engels bij Eleven International Publishing in Den Haag met als titel Choosing Sha­ria? en ook nog als pamfletterig aftreksel bij het gerenommeerde Querido in onze stad. Vooral bij de uitgeverij op de We­teringschans deden ze weinig moeite om het hijgerige hetsetoonje onder controle te houden. ‘Of zijn we al op weg naar een shariastaat?’ staat er op de achterflap. Over tweehonderd meter bij Zeewolde rechtsaf en dan heeft u uw eindbestem­ming, Allahs winkelparadijs, bereikt. En Heilige identiteiten wordt op die plek aangeprezen door Afshin Ellian en Paul Cliteur. Waar de leerling verschijnt, ver­schijnt de meester.            

Maar denkt u dat in beide boeken iets staat over Stichting Agnosticisme en Meritocratie, zoals contractueel is afge­sproken? Niets. Noppes. Nada. Niente. Wat laks van zo’n uitgeverij, kan u den­ken, maar dan moesten ze er wel van we­ten. En Eleven, een onderdeel van uitge­verij Boom, wist van niets. Zee had de uitgeverij niets verteld, ook al was ze dat contractueel verplicht. Dat het geld van de verkoop van haar boeken naar een derde partij vloeide wist Eleven niet. Dat de derde partij in haar statuten bij de Ka­mer van Koophandel heeft opgegeven dat ze een stichting is die expliciet ide­ële doelen nastreeft, wist ze niet. Selma Hoedt, Zee’s redacteur bij Eleven, vindt ‘dat het gemeld moet worden in een pu­blicatie als het extern gefinancierd on­derzoek is’. Maar dan moet een uitgever dat wel weten. Het is fijn om je auteurs te kunnen vertrouwen.    

De situatie bij Eleven was erg, maar ge­lukkig weet Patricia de Groot van Que­rido het nog bonter te maken. Meerdere malen belde ik haar en sprak haar voice­mail in, ik mailde, alles met de medede­ling dat ik enkele vragen had over het boek van Zee. Radiostilte. Ik gooide het laatste middel in de strijd: ik verzocht de vriendelijke perswoordvoerder aan haar door te geven dat ik op zoek was naar De Groot en dat ik het gevoel had dat ze mij ontweek. De goedaardigheid zelve Kasper Bockweg zei dat hij haar niet kon dwingen om met mij te praten, maar ‘dat hij het wel zou doorgeven’. Waarna wij binnen één uur een bitsige mail van Pa­tricia ontvingen met de vraag wie van de redactie met haar over Heilige iden­titeiten van Machteld Zee wilde praten. Verheugd mailde ik terug dat ik blij was dat mijn berichten van de maand ervoor binnen waren gekomen: ik had de naam van Zee noch de titel van het boek aan Bockweg verteld.       

Ik legde haar dezelfde vragen voor: wist ze van die stichting A&M, hoezo staat dit niet in het boek, wist ze van de ro­yalty’s die moesten worden doorbetaald? Gelukkig voor mij was koningin De Groot, hoeder van schrijvers als Uphoff, Lieske en Roosenboom, in een gulle bui en blafte ze me toe dat ze het te druk heeft om met dit soort kinderachtige vra­gen lastig gevallen te worden. ‘Ook heb ik geen bemoeienis gehad met het proef­schrift: Heilige identiteiten is immers geen handelseditie van het proefschrift.’ Ik vind het bijzonder dat een vrouw als Patricia de Groot redacteur kán zijn bij zo’n uitgeverij. Een van de basale voor­waarden om daar te werken is – lijkt mij – dat je kunt lezen. Niet al te onredelijk, toch? Nou, speciaal voor Patricia komt ‘ie nog een keer: ‘Dit boek is gebaseerd op mijn proefschrift… enz.’ Pagina 165. In het boek dat ze zelf heeft geredigeerd. En daarnaast staat in het contract tussen de stichting en de Universiteit Leiden dat in ‘alle publicaties die uit dit onder­zoek voortvloeien’ melding zal worden gemaakt dat de stichting van Peter Vis­ser de financier was van het onderzoek. Zelfs na het tonen van de documenten zegt De Groot dat ze van niets weet. Ich habe es nicht gewußt. Emanuel Que­rido zou zich omdraaien in zijn graf als hij ziet dat de hedendaagse oproepen tot razzia’s en pogroms uit zijn uitgeverij komen. Gelukkig voor Patricia de Groot heeft hij Sobibor via de schoorsteen ver­laten.   

Nou, dit is onderzoeksjournalistiek die bijna vijf jaar op de plank is blijven lig­gen. Niemand – bijna niemand – inte­resseerde zich voor een dubieus proef­schriftje dat was gefinancierd door een vage stichting. En de uitgeverijen? Die konden goed scoren met rellerige pam­fletjes met ronkende teksten op de ach­terflap. Patricia de Groot ging over lijken om de open haard te laten stoken. En nu wast ze haar handen in onschuld en pro­beert de 4 mei-lezing van Grunberg aan iedere boekhandel te slijten. Voor Joden, tegen moslims, het verkoopt en dat is waar het om gaat. Maar gelukkig voor haar was zij niet de enige wegkijker toen de bruine boodschap aan de man werd gebracht.           

Op het adres Sarphatikade 12, het kan­toor van Egeria en dus het kantoor van Peter Visser, staan 109 rechtspersonen ingeschreven: bv’s, nv’s, stichtingen, etc. Maar één trok mijn bijzondere aan­dacht. Stichting Werkelijkheid in Per­spectief. Tegenwoordig zijn we dankzij VirusWaarheid, De Andere Krant, On­gehoord Nederland en nog meer van dit soort ongein wel gewend geraakt aan im­beciel hoofdlettergebruik, maar het went nooit. Wie zitten er achter de Werkelijk­heid? Oud-stalinist en provocateur pur sang Meindert Fennema, de kortstzitten­de PC-redacteur aller tijden én de enige die ooit verantwoordelijk is gehouden voor meewerken aan genocide Frits Bol­kestein, en, verrassing, Paul Cliteur. Het opvallende van deze locatie is dat het kantoor van Bolkestein aan de overkant van de straat zit. Hoezo wil Visser, de man van 270 miljoen, hen op zijn kan­toor hebben? Daarover later meer. Het doel van stichting WiP? Nee, niet neu­ken. Wel debatteren over ‘maatschappe­lijk relevante onderwerpen’. Dat klinkt interessant! En wat hadden ze zoal in gedachten? Aha, het precieze percentage moslims dat gedeporteerd moet worden. Dat zou niet mijn eerste keuze zijn ge­weest.

Natuurlijk gaat het hier over het ‘hoe­veel-moeten-we-er-deporteren’-debat in De Balie van januari 2017. The revo­lution will not be televised, de nieuwe Wannseeconferentie wel gelivestreamd. En weer had de halve Leidse rechtenfa­culteit, aangevuld met enkele Vlaamse collaborateurs, zich naar hun salon aan het Kleine Gartmanplantsoen verplaatst om te keuvelen of men nou moest begin­nen met de beroepsmoslims of de on­herkenbare. Als die laatste uit het straat­beeld zouden verdwijnen zou het minder opvallen. De heugelijke reden voor deze festiviteit, aaneengepraat door Cliteur-knaapje Geerten Waling, was het ver­schijnen van het boek Waarom haten ze ons dat met medewerking van WiP was uitgegeven bij De Blauwe Tijger, de tan­deloze vlooienbal die sinds dit jaar in de belangstelling staat van de AIVD van­wege het verspreiden van complotthe­orieën. Zelf vinden ze dat ze de werke­lijkheid slechts in een ander perspectief zetten. Ik zie het grijze triumviraat in­stemmend knikken.

Er waren enkele mensen met licht ethi­sche bezwaren tegen de deportatietom­bola die bij De Balie werd opgevoerd. Yoeri Albrecht, schildknaap van zijn ei­gen vrije woord, snapte alle ophef niet. ‘Mensen die woedend zijn dat meningen en opvattingen de ruimte geeft waar ze het niet mee eens zijn. Steeds weer ver­bazend.’ Vanuit dit perspectief is het in­derdaad vreemd dat Anne Frank zich niet bij het hoofdkantoor van de Gestapo meldde om een debat aan te gaan. Toen de Egyptische Mona Eltahawy vorig jaar niet zo zin had om aan de witwasprak­tijk van Albrecht mee te werken, veran­derde hij spontaan in een deuger. ‘Ik heb na die middag de stichting Werkelijkheid in Perspectief niet meer teruggevraagd’, kreunde hij verongelijkt tegen Hassan Bahara in een Volkskrantinterview dat op 27 april verscheen. Blijkbaar had Ba­hara zin in Koningsnacht, want controle­ren of dit klopte deed hij niet. Albrechts motto is ‘mijn meningen zijn feiten’. Ook al kloppen ze niet. Want op 20 fe­bruari 2018 had WiP weer een avondvul­lend programma in De Balie met als titel ‘Op naar een duurzaam migratiebeleid’ waarin een commandant van de marine b.d. kon fantaseren over hoeveel fregat­ten voor de Libische kust moesten liggen om van ieder migrantenschip een onder­zeeër te maken en Jan van de Beek – de Alfred Rosenberg van FvD – zijn zuive­ringsvoorstellen weer aan de man kon brengen. Ik dacht dat Shells omarming van het begrip duurzaam wel het meest vervreemdende was dat ik ooit had ge­zien, maar gelukkig blijft De Balie mij verbazen. Judith Sargentini mocht gedu­rende de avond als schaamlap dienen om het donkerbruine randje te verbergen.

(Dat zij hier niet blij mee was heeft ze mij later onder vier ogen toevertrouwd. ‘En het domme gansje van De Balie dat het allemaal organiseerde, was dat de dochter van Chris Rutenfrans?’ Ik dacht terug aan de bewuste middag van dat twistgesprek. Ik maakte voor het gevogelte koffie ((jaja, de barman luis­tert goed én onthoudt veel)) en hoorde verbaasd dat Van de Beek zou spreken. ‘Maar die man is een idioot. Hij noemt zelfs hedendaagse nakomelingen van Asjkenazische joden die in de negen­tiende eeuw naar Nederland kwamen nog migranten!’ Waarop het pluimvee antwoordde dat ze zijn proefschrift ‘erg interessant vond’. ‘Ja, mevrouw Sargen­tini,’ bevestigde ik schoorvoetend, ‘het is inderdaad de dochter van…’ Dat Ruten­frans en Laffe Vink hun kleine jihad uit­vochten in Letter & Geest weet iedereen, maar weet u wie onder de indruk van deze buikhuiscriminoloog en zijn doch­ter was? Het is, zucht, Paul Cliteur.)

De prangende vraag die overblijft is of Peter Visser de geadopteerde Kochbroer is. Hij deelde promotieplekken uit, zorg­de voor de huisvesting van fascistische babbelclubs, dus alle seinen staan wel op bruin. Maar helaas had Visser het te druk met het beheren van het vermogen van de familie Brenninkmeijer om te re­ageren op vragen van de auteur. (Ja, er is serieus een poging tot wederhoor ge­weest. Carnaval valt vroeg dit jaar.) Wie wel off the record wilden praten waren enkele “ervaringsdeskundigen”, mensen die met de abacus van Visser te maken hebben gehad. Want uiteindelijk lijkt de man op de penningmeester van de post­duivenvereniging in Diemen-Noord: al­les draait om geld. De pech voor hem is dat hij ook het bijbehorende charisma heeft. Dat stak de man van 270 mil­joen. Munten zijn te hard om te eten en te koud om bij te slapen. Dus om voor tuinfeestjes uitgenodigd te worden, bij dames in het gevlei te komen en om voor meer aangezien te worden dan slechts een spreadsheetmanager, ging Visser met wisselgeld rondstrooien. Mecenas hier, krantenbaron daar. En Cliteur, Bol­kestein en Fennema namen hem in ruil daarvoor op sleeptouw. Het scheelde sowieso voor Visser dat die laatste er­bij was: iedereen is welbespraakter dan Meindert. Dus geen fascismefascinatie, maar de decolletés van de dirndls waren het die van hem de pinautomaat van de Spenglerepigonen maakte.   

Dit hele verhaal is slechts één vertakking van de hele stamboom van de intellectu­ele Reichswehr. Ik had hetzelfde verhaal ook kunnen schrijven over het ministe­rie van Binnenlandse Zaken: zij vond het nodig om Cliteur en trawanten in 2018 € 45.000, – subsidie toe te schuiven voor een rapport én een congres over ‘geslo­ten gemeenschappen in een open samen­leving’. ‘De democratische samenleving kan worden ondermijnd’, zo schrijven ze in het rapport. Het is alsof Raymond Westerling de Excessennota opstelt. En dit verhaal ging over Cliteur, maar zijn frankensteinrattensoldaten die nu van het zinkend schip afspringen blijven overal opduiken. Eva Vlaardingenbroek. Geer­ten Waling. Diederik Boomsma. Anna­bel Nanninga. Bastiaan Rijpkema. Af­shin Ellian. Raisa Blommestijn. Andreas Kinneging. Gert Jan Geling. (Van die laatste heeft u nooit gehoord, maar het zal mij niets verbazen als hij binnenkort komt spreken in De Balie of een column in een kutkrant krijgt.) En dan vergeet ik er vast nog wat te noemen. We kijken naar de figuren op een draaimolen zon­der een blik op de motor te werpen.  

En Machteld Zee? Die werkt tegenwoor­dig bij de politie in Den Haag. Waar­schijnlijk was ze teleurgesteld dat ze niet was uitgenodigd om lid te worden van de WhatsAppgroep ‘Marokkanenverdel­gers’. Het zou een vernieuwde vorm van valorisatie van haar proefschrift zijn.

Ik denk niet dat iedere journalist in Ne­derland een bruinhemd is. Wel dat er veel luie en incapabele nitwits rondlopen die werk verwarren met hobbyisme. En die te graag meehuilen met de wolven die de Heimat missen. Maar nu weten ze eindelijk weer hoe het moet. Kan ik weer stukjes over de open relatie van Philip Huff gaan schrijven.       

TD

Archief