Polemiek

Maandag
Het is weer de drukste week van het jaar. Al dat bidden, al dat geklaag, en niemand die zich nog zorgen maakt om de financiële gezondheid van de Moederkerk. Het paleis staat vol met palmentakken terwijl die krengen uit Kenia moeten worden geïmporteerd. Ze vragen er ieder jaar meer voor, ik stikte bijna in mijn Toscaanse truffels met chocoladegarnering toen ik de rekening zag. 39 cent per stuk! Inclusief btw, dat dan weer wel, dat verrekenen we aan het eind van het jaar weer. Ieder jaar is een jubeljaar bij de fiscus voor ons! Als ik nou tegen die vrouwen in de kwekerij zeg dat ik een week lang driemaal daags voor hen een weesgegroetje doe, zou ik dan korting krijgen?

Dinsdag
Ik ben op bezoek bij de dames van het Onze-Lieve-Vrouwen-Van-Het-Einde- Van-De-Wereld-En-De-Hel-Voor-Hen-Die-Zich-Niet-Onderwerpen-Aan-Het-Gezag-Van-Wim-Eijk-klooster in Nuenen. De nonnen zijn vereerd met mijn komst, moeder-overste Christina stelt haar cel open voor mij. Niet dat ik samen met haar het linnengoed deel, nee; ik onthoud mijzelf van al het lichamelijke genot! In het nachtkastje lag een Satisfyer Pro Penguin Lucht-
druk Vibrator, maar die zal Christina wel in beslag hebben genomen van
een meisje op de kostschool. Ik zette het apparaat aan, het trilde over mijn
lichaam, richting mijn onderbroek, en stelde me voor helse verleidingen. Heilige Theresia, wat een extase!

Woensdag
De mannen van Goldman helpen mij met het beheren van de heilige huisjes. De grondprijzen in Amsterdam gaan door het dak, dus dit is het moment om onze housing stock om te zetten in goud. Het overleg ging goed, alleen Thomas was steeds argwanend. ‘Hoeveel provisie strijken jullie zelf op, hé?’ De driedelige pakken aan de overkant van de tafel begonnen zenuwachtig aan hun neuzen te kriebelen. ‘Mijn thesaurier is niet goed op de hoogte van christelijke gastvrijheid, vergeef me.’ Hiermee redde ik deze miljoenentransactie. ‘Zonder die Joden gaat het niet!’ schreeuwde ik tegen Thomas toen ik de woekeraars uit het paleis had geleid. ‘We mogen blij zijn dat er in de VS nog wat over waren, deze lui kunnen alles in geld veranderen; ze zijn er voor geboren!’

Donderdag
Mijn jaarlijkse bezoek aan Bart viel me zwaar. Jarenlang had ik rondgevraagd bij de Dominicanen of daar een pitbull was die Zijn Woord wilde verdedigen en het werk voor Hem wilde doen, maar na de inquisitie zijn de honden van de Heer lui geworden. En toen kwam hij tot mij, het eenzame schaap dat dankzij mijn geestelijke begeleiding een stuk gereedschap in Gods handen is geworden. In zijn cel knielde ik nederig voor hem en waste zijn voeten. ‘Eminentie, Els Borst is dood, maar heb ik wel het juiste gedaan?’ Ik verwijderde met de washand de schimmel tussen zijn kleine en tweede teen. ‘Je hebt haar die op Zijn troon ging zitten Zijn woede laten voelen. Ja, de Heer is trots op je. Dankzij jou is het volbracht.’

Vrijdag
Die mis duurde ellenlang, het was echt een lijdensweg. Geen gebed en preken meer in het Latijn, geen eerbied voor mijn ambt, alles waar deze Kerk eeuwenlang voor stond is in de jaren 60 uit het raam gevlogen. Die verschrikkelijke hippies ook, met die antichrist uit Buenos Aires aan het roer. Gelukkig kon ik de mis laten opdragen door de plebaan, want het gepeupel dat ik volgens de nieuwe regels aan moet kijken is mijn blik onwaardig. Domine, non sunt digni! Ik dommelde wat, maar schrok wakker toen ik het geluid van munten in de collectemandjes hoorde. Wie zijn de gierigaards die denken dat ze hun zielenheil kunnen kopen met koper?Aflaten voor biljetten, papers for papers, zo doen wij al eeuwen zaken en gelukkig kan niemand dit fundament van de Kerk bedreigen.


Zaterdag
Oecumene? Die ketters zijn een kanker dat moet worden uitgeroeid! Eindelijk dacht ik te kunnen genieten van mijn zaterdagse rust, werd ik weer lastig gevallen met theologische hocus pocus. Ik kreeg post van de scriba van die protestantse inteeltbende; of we niet volgend jaar een gezamenlijk paasviering konden houden, om zo de kerken wat voller te krijgen. Laat ze maar aankloppen bij de As-Soennah-moskee, liever Turks dan paaps was hun motto, toch? Daarnaast ben ik de martelaren van Gorcum nog niet vergeten! Oog om oog, tand om tand, zo sprak de Heer en zo zal het zijn.

Zondag
Opgestaan bij het kraaien van de haan, het is de belangrijkste dag van het jaar, hier leeft het hele bisdom naartoe. Snel een preek geschreven voor de paasmis, maar ik kon mijn aandacht er niet goed bijhouden. Ik droeg mijn rood-witte shirt onder mijn soutane en het leek me beter om vandaag mijn pileolus niet op te zetten, het hoofddeksel ziet er namelijk behoorlijks semitisch uit. Bij het voorbereiden van de dienst zat ik toch al iets te veel in de stemming van de Galgenwaard. ‘En de hogepriesters hebben Hem veroordeeld tot het kruis, daarom: Hamas, Hamas, Joden aan het gas’ galmde door de Sint-Catharinakathedraal. Veel geroezemoes in het schip, maar gelukkig weten katholieken teksten altijd in context te begrijpen, dus problemen hoef ik niet te verwachten. De Bunnikside bleef vandaag leeg, maar gelukkig ging de E-Eredivisie wel door. De Joden namen de digitale punten mee naar 020, gestolen uiteraard, dat is het enige dat dat kruiperige volk doet.

Wim Eijk

Kindermishandeling is verschrikkelijk. Kunt u iets ergers dan dat bedenken? Als u een beetje uw best doet waarschijnlijk wel. Volkerenmoord bijvoorbeeld. Maar daar gaat het nu niet om. Punt is dat kindermishandeling momenteel mode is. De kindertelefoon is door de coronacrisis een hotline geworden en de VN-baas waarschuwde al voor een ‘gruwelijke stijging’ in het aantal meldingen van huiselijk geweld. Al dit kinderleed is natuurlijk heel erg voor de kinderen, maar het allerergst is het voor Frank Koerselman (73). Zijn pamflet Ontvadering – Het einde van de vaderlijke autoriteit kan nu rechtstreeks door de shredder.

Volgens Koerselman hebben kinderen behoefte aan twee dingen in hun leven: enerzijds liefde, anderzijds autoriteit. Enerzijds een knuffel, anderzijds een schoen in je gezicht. Enerzijds bemoedigende woorden, anderzijds iemand die zegt dat je net zo goed nooit geboren had kunnen worden. Dat soort kerels bestaat volgens Koerselman niet meer. ‘Stoommachine en verbrandingsmotor hebben mannenkracht overbodig gemaakt. De vrouw is sinds de pil van onvermijdelijk moederschap verlost. Vaders zijn dus niet meer nodig om hun gezin te onderhouden en te beschermen. Het patriarchaat verdwijnt. Maar wat is de prijs van die bevrijding?’ Die fucking stoommachines ook. Daar, in de achttiende eeuw, is alle ellende begonnen. Het heeft driehonderd jaar geduurd voor we de balans op konden maken, maar nu heeft een afgestofte emeritus hoogleraar psychotherapie ons eindelijk de nadelen van die ogenschijnlijk lollige locomotieven laten zien.

Natuurlijk is Koerselman niet de eerste om te beweren dat we met de modernisering/feminisering/technologisering/globalisering iets onherroepelijk zijn kwijtgeraakt. Zelf denk ik bijvoorbeeld dat we hiermee vooral het vermogen om niet de hele tijd te zeiken over wat we nou weer zijn kwijtgeraakt zijn verloren. Koerselman ziet het anders. ‘Overal zie je het gezag verdwijnen.’ We zijn inderdaad wat respectlozer geworden. Zo tutoyeren we bijvoorbeeld onze ouders. We zeggen niet altijd ‘u’ tegen ouderen. En onze baas spreken we, om nog maar iets te noemen, met ‘jij’ aan. Eigenlijk kunnen we wel stellen dat we met z’n allen helemaal van het padje zijn. Maar er is nog iets. Door het gebrek aan vaderlijk gezag zijn we te soft geworden. ‘Als je niet wordt beproefd en niet wordt blootgesteld aan eisen van flinkheid en dapper zijn, loop je een risico. De epidemie van burn-outs heeft er ook mee te maken dat een generatie niet is voorbereid op de competitieve buitenwereld.’ Enerzijds hebben we tegen alles en iedereen een brutale bek, anderzijds zijn we nog slapper dan de sugarsnaps in een gemagnetroneerde Kantjilmaaltijd. Dat klinkt tegenstrijdig, maar Koerselman wil er maar mee zeggen dat het tegenwoordig werkelijk op alle fronten misgaat met dat ouderschap.

Je vraagt je af waar zo’n man het allemaal vandaan haalt. Daar krijgen we in diverse interviews in ieder geval duidelijk antwoord op: helemaal nergens. ‘Ik heb geen onderzoek gedaan, want ik ben geen socioloog. Maar een mens kijkt om zich heen en legt het oor te luisteren. […] Onderzoek doen is natuurlijk altijd wat lastig, hè. Dit is een breed onderwerp, hoe onderzoek je dat dan precies? Ik kijk met gezond verstand om me heen.’

Koerselman koekeloert gewoon lekker wat om zich heen, en wat ziet zijn oog? Zogende vrouwtjes en jagende mannetjes. Nou ja, vooral die tweede categorie heeft het de laatste tijd een beetje af laten weten, maar vroeger ging het natuurlijk wel zo. En zou het, als we bij wijze van een interessant gedachte-experiment hier verder over filosoferen, dan niet zo kunnen zijn ‘dat zulke programmeringen in de evolutie toch hardnekkiger zijn dan
we denken’? Het is slechts een van de verfrissende vraagstukken waar je als lezer even van moet bijkomen. ‘Kunnen die traditionele rolpatronen niet ook ontstaan zijn door culturele invloeden?’ Toegegeven: dit is dan toevallig weer net geen vraag van Koerselman zelf, maar van de interviewer. Koerselman heeft er wel een antwoord op. ‘Dat is een interessante vraag. Luister, ik weet het niet zeker, laat dat helder zijn.’ Dit is waar ieder weldenkend mens zou stoppen met praten. Zo niet Koerselman. Dit is waar hij een boek begint te schrijven. Het leven van een emeritus hoogleraar moet heerlijk zijn: eindelijk weer alleen je eigen naam in de bronnenlijst opnemen.

Je niet echt verdiepen in je onderwerp heeft nog een ander belangrijk voordeel. ‘Het idee dat vader- en moederrollen misschien niet alleen maar zijn ingegeven door omstandigheden werp ik natuurlijk ook op om een beetje te prikkelen.’ Prikkelen: ongefundeerde onzin roepen om de aandacht op jezelf te richten. Misschien heb ik Koerselmans ideeën hier wat ongenuanceerd weergegeven. Dat deed ik dan om te prikkelen, en omdat Google Books maar twaalf voorbeeldpagina’s geeft. Bovendien was Koerselman er toch vooral op uit om de dames op stang te jagen. Nou, dat is gelukt! Ik geef hem een half uur op de naughty chair. Ondertussen ga ik op zoek naar een man die hem daarna nog een goede tik kan geven.

TS

Frank Koerselman, Ontvadering – Het einde van de vaderlijke autoriteit. Prometheus, € 15,-

Het coronavirus haalt bij de mensen die, zoals dat zo lelijk heet, ‘in het boekenvak werken’ het slechtste naar boven. Ik weet dat het niet goed gaat met ‘de markt’, dat de ene stenen winkel na de andere voor altijd de deuren moet sluiten en dat uitgeverijen zich gedwongen zien op te gaan in grotere concerns waarna we nooit meer iets van die kleine sympathieke bedrijven, met hun grijpgrage seksistische uitgeefbaasjes aan het roer (die weggesluisd worden naar een minder belangrijke functie waar ze weliswaar hun MeToo- achtige activiteiten kunnen voortzetten maar minder op de voorgrond treden), horen, maar het aangrijpen van deze gezondheidscrisis om smakeloze reclamecampagnes op te zetten lijkt me niet de redding van de business. Laat het echter gerust aan de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) over om iets wat in beginsel zo smaakvol zou kunnen zijn – namelijk het lezen van een boek in alle rust thuis – te doen verworden tot een ranzige commerciële bezigheid.

En zo zaten we opeens op de sociale media opgescheept met #ikleesthuis – een hashtag die was bedacht door een publiciteitsgeile kinderboekenschrijfster en die werd omarmd door iedereen in de boekenbusiness die het fijn vindt een dansje uit te voeren op een nauwelijks afgekoeld lijk. (Of beter meervoud, lijken; het dodenaantal loopt nog altijd op.) Iedere in financiële paniek gebrachte uitgever en alle medewerkers van die uitgever begonnen de hashtag te gebruiken – de medewerkers deden dat min of meer gedwongen omdat als ze niet leuk mee zouden doen er werd gedreigd met ontslag – in een wanhopige poging de grootst mogelijke leesbagger aan de voor het virus beduchte man (vrouw/anders) te brengen. Goedwillende idioten begonnen in hun tweets eveneens gebruik te maken van #ikleesthuis, en de CPNB zorgde voor de nodige verkooptechnische ondersteuning in de vorm van beeldmateriaal (posters) en online banners: ‘Deze leesbevorderende campagne met het “thuislezen” roept mensen op naar hun (online) boekhandel te gaan.’

Op die manier was het begrip ‘thuislezen’ geboren, tussen aanhalingstekens, want als de CPNB het over lezen heeft, heeft ze het in werkelijkheid altijd over het verkopen van boeken en leesbevordering is ook al niet wat het woord lijkt te zijn: het is verkoopbevordering. Daarbij wordt niet geschroomd allerlei drogredeneringen in te zetten. Eveline Aendekerk, de directeur van de CPNB, legde uit dat boeken voor ‘een beetje troost, ontspanning en ontsnapping zorgen’. Ze liet dit volgen door de toverformule van onze tijd: ‘Maar boeken kunnen ook nu voor verbinding zorgen’, en die verbinding kan worden bereikt door ‘bijvoorbeeld’ (o, gruwel) ‘elkaar voor te lezen’. Waar dat ‘bijvoorbeeld’ op slaat is me onduidelijk, want wat kun je anders doen dan een boek lezen of voorlezen? Ja, je zou het kunnen verbranden, maar een gezellig kampvuurtje zal wel weer niet onder de definitie vallen van de CPNB van wat verbinding is. Ik lees trouwens altijd thuis, en nooit voor – ik hou niet van voorlezen of van voorgelezen worden, op de lagere school vond ik het al een verschrikking als de meester een boek pakte en met ons die troep deelde waarvan hij dacht dat het leuk of mooi was – en van verbinding moet ik ook niets hebben, ik ben al verbonden genoeg, ik lees juist om even niet verbonden te zijn.

Maar het gaat allemaal nog verder. Op de sociale media werden al snel filmpjes vertoond van ‘schrijvers’ (ook dit zet ik tussen aanhalingstekens, want ik zag dat de alom aanwezige Jaap Robben meteen in actie was gekomen) die boeken van ándere schrijvers (maar wel van hetzelfde uitgeefhuis natuurlijk) gingen zitten aanraden. Een perpetuum mobile van elkaar incestueus naar voren schuivende schrijvers ontstond. Zogenaamd spontaan, maar stuk voor stuk onder dezelfde noemer vallend: #ikleesthuis, en ertoe aangezet door hun uitgever. Iedereen, dat wil zeggen de gewone man en vrouw, las inmiddels op deze manier commercieel aangedreven en lijdend aan een enorm schuldgevoel thuis, behalve de medewerkers van de CPNB, want die begonnen prompt rancuneus na te trappen. Zo twitterde CPNB-medewerker Job Jan Altena: ‘Als ik niet nu moest thuiswerken, dan was het nu #ikleesthuis (in de zon).’ Ja, je hebt luiwammesen die lekker thuis zitten te lezen, die wérkelijk de godganse dag thuis zitten te lezen, of die elkaar verbindend aan het voorlezen zijn, en je hebt Job Jan Altena, geen klaploper, die doorwerkt, tot hij er dood bij neervalt.

Je hoopt dat zo’n coronacrisis ervoor zorgt dat de mensen een beetje meer stil zullen staan bij hun gedrag, dat er hier en daar wat reflectie zal optreden. Maar nee, daar hoeven we ons geen illusies over te maken: die lui van de CPNB blijven net zulke imbecielen als ze altijd al waren. Iets wat per definitie in eenzaamheid moet worden gedaan, lezen, moet van hen per se een groepsactiviteit worden onder een verbindende hashtag opdat de verkoop van boeken kan worden opgestuwd. Samen koopt men meer dan alleen. Maar voor een groep geldt: het niveau ervan is zo laag als de intelligentie van het domste lid ervan. Ik denk nu aan Philip Huff. Ook het televisieprogramma Mondo sloot zich namelijk met hun eigen thuismongool aan bij #ikleesthuis. In de Mondo Quarantaine Klassieke
Boekenclub begonnen ze onder leiding van Huff én Alma Mathijsen (het niveau stijgt…) met het lezen van De pest van Albert Camus: ‘Zij [Philip en Alma] geven aanwijzingen, leestips en opdrachten. Lees gezellig mee met Nadia Moussaid en alle anderen.’

Ik voorspel een voortgaande ontlezing door #ikleesthuis. De CPNB zal, in samenwerking met de VPRO die Mondo uitzendt, niet rusten voor het boek in het algemeen en het literaire boek in het bijzonder uit Nederland verdwenen zal zijn. Ik denk dat het ze gaat lukken en dat binnenkort ook de laatste (online) boekhandel de (digitale) deuren definitief dichtgooit.

AS

Geboortegolf of niet, dat de ooievaar binnenkort een ingebakerd pakket Coronaromans af komt leveren staat vast. Propria Cures vroeg alvast een aantal bekenden hoe de aankomende stormvloed van virusliteratuur hun leven en werk beïnvloedt.

Mai Spijkers

En dan denken ze in de zorg dat ze het zwaar hebben! Wij hebben hier een hele extra afdeling op moeten zetten; gepensioneerde redacteurs terug moeten roepen, een hele zooi studentes tot publiciteitsmedewerkers moeten ridderen… Nee, breek me de bek niet open. Ik weet niet of de Nederlandse uitgeef-infrastructuur wel klaar is voor een publicatiegolf van zulke afmetingen. Want dat het allemaal gepubliceerd moet worden, dat staat natuurlijk vast. We gaan hier niet aan triage beginnen.

Peter Buwalda

Ik geloof er niks van, die aankomende ziektevertelsels. Mooie voornemens kunnen ze allemaal wel hebben; zolang de scholen dichtblijven schiet je geen sodemieter op, doordat er de godganse dag een roedel krijskleuters om je bureau cirkelt. Ik heb zelf Jet ook al moeten ze vragen of ze d’r muil wat vaker kan houden en niet door Ludwich Von heen wil tetteren, maar er wordt hier in ieder geval relatief inhaalwerk verricht. Houd die kinderinrichtingen nog maar lekker lang gesloten!

Eveline Aendekerk

Schrijven? Ho, ho, laten we even rustig aan doen. De enige manier om een goede schrijver te worden is eerst heel veel te lezen! Deze situatie biedt een prachtige kans om niet op kantoor je cup-a-soupmomentje te pakken, maar thuis de hele dag de vermicellisoep der letteren op te lurken! Ik ben de laatste tijd weer prachtige boeken aan het lezen. Annejet van der Zijl, bijvoorbeeld. Wat een verhaal! Voor iedereen die nu in isolement zit is het een mooie boodschap, dat liefde altijd overwint. Telefoonseks met een slechte verbinding of verliefd worden op een slavin, uiteindelijk moeten we allemaal met barrières om leren gaan. Welke docent kan dat nou beter uitleggen dan de literatuur?

Daan Heerma van Voss

Ergens aan het eind van de eerste week schoot het me te binnen: ik ben niet de enige die thuiszit. Plots kon ik me voorstellen dat we allemaal, gescheiden maar toch samen, in deze precaire gevangenis zitten. We’re all fucking in this together, allemaal achter onze eigen zelfopgerichte tralies. Ik moest meteen aan al die prachtige, breekbare getuigenissen en kronieken denken die ik las toen ik geschiedenis studeerde. Otto Frank, eat your heart out, want dat kan ik beter. Ik ga het verzamelen, alles wat deze generatie nu doormaakt moet voor het nageslacht behouden blijven.

Onderstaande tekst is een transcriptie van het eerste filmpje dat onze gastredacteur JvK op zijn YouTube-kanaal plaatste en vervolgens verspreidde via sociale media, speciaal om iedereen in Nederland literair een hart onder de riem te steken.

‘Dag lieve mensen op het internet. U begrijpt dat ik in deze crisistijd niet achter kan blijven. De komende weken ben ik acht uur per dag live op Facebook, doe ik op Instagram wekelijks verslag van mijn wandelingen rond mijn eettafel en twitter ik viermaal per dag een nieuwe leestip de wereld in. Ik weet niet of iemand dat al opgemerkt heeft de afgelopen dagen, maar ik denk echt dat we van literatuur heel veel kunnen leren in deze moeilijke tijd.

De afgelopen dagen herlas ik De pest van Camus en werd erg getroffen door de parallellen tussen de in de roman beschreven epidemie en corona nu. Natuurlijk, er liggen geen dode ratten op straat, we zien geen pestbuilen of verettering van lymfklieren, maar toch, als je het boek leest lijkt het wel of Camus onze tijd gekend heeft, en dat terwijl hij toch al best lang dood is! Zo herken je het genie. Echt een aanrader dit boek.

Al even verbluffend actueel is De stad der blinden van de Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago. In dat boek blijkt blindheid besmettelijk te zijn. Alle slachtoffers worden geïsoleerd in een ziekenhuis, maar de situatie loopt al snel volkomen uit de hand… Een roman uit 1995, maar opnieuw zijn er zoveel parallellen met onze tijd. Alleen dat hamsteren, dat speelt bij Saramago om begrijpelijke redenen niet zo’n grote rol.

Maar mijn wereldbeeld kantelde toch het meest na lezing van Het mini-mierennest, geschreven door de Vlaamse auteur Willy Vandersteen. Daarin worden twee kinderen samen met hun tante en twee ooms ontvoerd door een man die elders op deze wereld een utopische samenleving wil stichten. U voelt het al aan uw water: die utopische samenleving komt er helaas niet. Na een barre tocht op een soort ark komen de ontvoerde mensen terecht op een onbewoond eiland waar ze de strijd aan moeten gaan met vleesetende bloemen. En ja, in hun gezamenlijke strijd blijken mensen in staat tot het tonen van echte solidariteit en komt die utopische samenleving toch een klein stukje dichterbij… Het was vooral die overeenkomst die me ertoe aanzette dit album van harte bij u aan te bevelen.

Nou, tot zover deze video. Ik hoop dat u er wat aan had. Blijf gezond, zou ik zeggen, en tot de volgende keer. Rest me u nog te zeggen dat ik over een uurtje alweer een filmpje upload op kafkavlogt.org, waar ik u dagelijks bijpraat over wat deze crisis betekent voor mijn herdershond Kafka, en vlak daarna ben ik er alweer op TikTok, waar ik meerdere keren per dag hermetische gedichten voorlees over thema’s als dood, ziekte en de troost van literatuur. Tot snel!’

JvK

Archief