Moeten bladen en kranten stoppen met het publiceren van negatieve recensies? Sommige mensen geloven van wel. Meestal zijn dat mensen die zelf ooit een slechte recensie hebben gekregen. Bij PC hebben we in ieder geval geen last van deze mening, al bekruipt ons ook weleens het gevoel dat we hopeloos achter de feiten aanlopen. Recensies zijn uiteindelijk slechts schadebeperking: het boek is al af, heeft de zegen van de (eind)redactie en is door het CB verspreid onder de Nederlandse boekhandels. Uitgezaaid, niets meer aan te doen. De recensent kan de omstandigheden vaak alleen nog maar verzachten, al gloort er eens per jaar hoop in de vorm van een grootschalig bevolkingsonderzoek met de naam Write Now!

Willen we we weten hoe het ziektebeeld van de Nederlandse letteren er over drie jaar uitziet, doen we er goed aan de inzendingen voor schrijfwedstrijd Write Now! 2020 te analyseren. Deze titanenstrijd wordt jaarlijks uitgevochten door honderden blitse jongens en meisjes tussen de 15 en 24, aangetrokken door een fel social media-offensief van instastories, gifjes en oproepen om al je penvrienden te taggen. Hipper wordt schrijven niet. Als jonge vrouw ben je na de winst dan ook net als Maartje Wortel en Lize Spit verzekerd van een contract bij Das Mag, en het mannelijk restvlees wordt keurig onder andere uitgeverijen verdeeld. 

Hoewel de winnaar van dit jaar nog niet bekend is, zijn deze maand wel de juryrapporten van de voorronden online gepubliceerd. Alle deelnemers zijn op basis van hun postcode ingedeeld bij elf verschillende steden (wat in één rapport leidde tot de aanhef ‘Eindhovuhhhhh’, en in een ander tot ‘Venlooooo’), waarbij uit iedere stad een nummer 1, 2 en 3 naar voren is gekomen. Ook is er meestal nog een eindeloze reeks ‘eervolle vermeldingen’, waarin alle overige deelnemers worden genoemd, anders gaat er dadelijk nog iemand janken. Tot zover de spelregels, nu de prognose voor de komende literaire kalenderjaren.

De komende tijd kunnen we ons voorbereiden op totaal onbegrijpelijke proza en poëzie, vooral uit de buurt van Nijmegen. Uit het rapport voor deze regio: ‘We beginnen bij de derde plaats. De jury wist niet helemaal waar het verhaal over ging.’ Boeiend! De lezer mag in 2024 helemaal zelf bedenken waar al die letters nou eigenlijk in godsnaam over gaan. En als de nummer 3 daar niet voor gaat zorgen, hebben we altijd nog de Nijmeegse nummer 1: ‘Zonder dat we het verhaal helemaal begrepen, waren we mee aan boord.’ Het is misschien even alle hens aan dek, maar dan krijg je er ook wat voor terug, namelijk je eigen inbreng. Van dat principe werd ook in Groningen handig gebruikt gemaakt, waar op de tweede plaats een dichter eindigt die volgens de jury duidelijk ervaring heeft. ‘De zinnen zijn sterk en verzorgd, maar waar gaat het af en toe over?’ Ik heb het uiteraard nog even gecheckt, beste mensen, maar nee, Theo van Theo & Thea zat dit jaar níet in de jury. 

Tegelijkertijd zien we een trend opkomen die op het eerste gezicht misschien tegengesteld lijkt aan het hermetische gelul: die van absolute infantiliteit. In Groningen werd de onbegrijpelijke dichter verslagen door een ‘kinderlijk verhaal’, met ook nog eens ‘een kinderlijke toon’. Wel wil de jury de winnares meegeven in het vervolg wat meer te letten op herhalingen in de tekst. Te denken valt daarbij aan ‘stap, stap, stap’ en ‘schep, schep, schep’. ‘Maar het is ook allemaal wel heel lief,’ aldus het commentaar. Duidelijk! (Nu moet ik er wel bij zeggen dat deze juryleden, veelal literaire randfiguren, volgens mij zelf ook allemaal ofwel minderjarig ofwel debiel zijn. Tot twee keer toe merken ze op dat ze bij bepaalde passages ‘allemaal gebroken hartjes’ hebben getekend, bijvoorbeeld bij een alinea over een jochie dat ergens een middag op een bankje moet zitten wachten, nog nat van een regenbui, met zijn rugzak aan zijn voeten en zijn broodtrommel in zijn handen. Oké, goed, ik geef het toe, nu ik het zelf zo opschrijf kan ik ook maar nauwelijks mijn tranen in bedwang houden. Tering zielig!) In Amsterdam, toch een stad waar ook veel volwassenen met schrijfambities schijnen te wonen, ging de zilveren medaille naar ‘een talig verhaal met een kinderfilmgehalte à la Pippi Langkous. Waar ook niets mis mee is.’ Inderdaad. Als je acht bent. 

Tot zover de grote lijnen. Gelukkig blijven sommige dingen ook gewoon hetzelfde. ‘De personages worden klassiek in het begin geïntroduceerd,’ zo merkt de jury op over een winnend verhaal. Ook metaforen blijven hot: ‘In het verhaal De kameleon volgen we een onzichtbare jongen. De metafoor om gezien te worden door jezelf en door de ander vonden we goed gedaan.’ Let wel, je moet de metaforen dus goed ‘doen’. Anders hoeft het niet. Verder nog iets? Ja zeker, de letteren blijven voorlopig nog deprimerender dan Knausgård in een wegrestaurant, al heeft de jury daar zo haar bedenkingen bij. ‘De thematiek van het verhaal is niet heel origineel, er zijn nu eenmaal al heel veel boeken over depressie en eenzaamheid.’ De twintigjarige Lena mag zich de letterkampioen van Utrecht noemen, als ze voortaan maar niet meer over haar burn-out schrijft. 

Veel liever ziet de jury vrolijk proza. ‘Dat er ruimte is voor humor, vonden we verfrissend,’ zo luidde het commentaar bij weer een andere inzending. Laten we maar hopen dat Passionate Bulkboek daar ook zo over denkt, de organisatie die ‘verantwoordelijk is’ [sic] voor Write Now! en jaarlijks twee ton aan subsidie bij het Letterenfonds opstrijkt. Mij is het lachen ondertussen vergaan.

TS

Archief