Liesbeth Rasker zit het liefst zo vaak en zo lang mogelijk in een vliegtuig. Staat ze aan de grond, dan blogt ze over de volgende keer dat ze weer de Polderbaan op mag. De Flying Blue Miles die ze heeft gespaard kan ze inmiddels omruilen voor een eigen Boeing. Voor een meisje dat zich zo tot het luchtruim voelt aangetrokken lijkt een carrière weggelegd als stewardess, of voor mijn part gevechtspiloot. Maar veel makkelijker is natuurlijk om gewoon schrijfster te worden. Raskers debuut Pinnen in Mongolië en andere oplosbare reisongemakken is sinds mei te koop bij boekhandels door het hele land, en tax-free aan boord van KLM-vluchten.

 

In haar boek stelt Rasker zich voor de uitdaging om lezers ervan te overtuigen dat vakanties leuk zijn. Zelf heeft ze het over ‘reizen’, jezelf ‘leren kennen’ en ‘het ultieme gevoel van vrijheid’. Dat kan niet op de camping in Appelscha of fietsend naar Genua. Daarvoor moet je pinnen in Mongolië. En motorrijden in Vietnam, met beesten zwemmen bij de Filipijnen of een oerlelijke rugtas de Amazone doorsjouwen. Eigenlijk is iedere bestemming geschikt om jezelf te leren kennen, zolang je er maar minstens tien uur voor in een vliegtuig moet. Dit lijkt overdreven, maar dat is het niet voor wie zo’n complexe persoonlijkheid heeft als Liesbeth Rasker. Onlangs mocht ze van een corrupte redactiechef voor de Volkskrant een stuk typen over Instagramclichés, waarin ze zonder ironie alle vrouwen bespot die zich even afgezaagd laten fotograferen als zij op haar eigen sociale mediaprofielen. Trots vertelt ze over de mapjes die ze al jaren bijhoudt om dit soort gekkigheid te archiveren, waarvoor ze werkelijk ieder denkbaar Instagramaccount heeft geplunderd behalve dat van zichzelf. Dat heb ik dus maar voor haar gedaan – zie foto’s. Of ze staat te ver van haar management af om in de gaten te houden wat er in haar naam op het internet wordt gedumpt, of ze heeft zo’n dissociatieve identiteitsstoornis dat ze inderdaad maar het best in een Tibetaanse druipsteengrot kan gaan bedenken wie ze nou eigenlijk is.

 

Er is amper een rode lijn te ontdekken in de tientallen ontwikkelingslanden waar Rasker jaarlijks heen vliegt om dat ultieme gevoel van vrijheid te ervaren. Op het eerste gezicht lijkt het alsof ze alle Windows-bureaubladachtergronden af wil werken. Maar wie beter kijkt, ontdekt de invloed van een andere multinational: opvallend veel van haar bestemmingen horen bij het assortiment van de KLM. De luchtvaartmaatschappij wordt slechts een paar keer genoemd in haar boek, maar dankzij haar Instagramteam loopt ze opnieuw tegen de lamp: ‘Hieperdepiep @KLM is jarig! 98 kaarsjes staan er op de taart, en dat wordt gevierd met DRIE speciale rechtstreekse ticketdeals. Naar New York (nu vanaf €449), Curaçao (nu vanaf €499) en Colombo (nu vanaf €649). Kiezen is moeilijk, maar mag ik je adviseren om naar Sri Lanka te gaan?’ Uiteraard gaat Reisbureau Rasker voor het duurste ticket naar het verste, armste land: Sri Lanka, een eiland dat op jaarbasis verantwoordelijk is voor minder CO2-uitstoot dan deze neokoloniale millennial in haar eentje. Ooit behoorde een kwart van de wereld toe aan de Britse koning, tegenwoordig is de hele aarde inclusief dampkring bedoeld voor het vermaak van Liesbeth Rasker.

 

Haar pact met de KLM is maar één van de louche sponsordeals waar Rasker op teert. Als influencer/aanplakzuil op kanalen die worden gedomineerd door basisschoolleerlingen is ze de ideale kinderlokker voor Ketel One Vodka, Moët en andere bedrijven die niet mogen adverteren in de Tina. Famke Louise neemt genoegen met een duimpje op Facebook; Liesbeth Raskers PR-demonen rusten niet voordat je je eerste zuipvakantie hebt geboekt naar Palma de Mallorca (KLM-retour v/a €468), of liever nog naar Ho Chi Minhstad (KLM-retour v/a €1309). Want reizen zul je. Daarover is de vlieggoeroe vanaf haar eerste hoofdstuk branded content heel duidelijk: ‘je moet reizen’. Mocht je haar willen gehoorzamen, dan is je vakantie aan meer regels onderworpen dan een rondleiding door Pyongyang. Je moet in een hostel, je moet met een backpack en je moet sociaal. Je moet, kortom, alles wat je op een vakantie hoopt te ontvluchten.

 

Liesbeth Rasker voelt de tijdsgeest feilloos aan. Klimaatakkoorden die met de grootste moeite tot stand zijn gekomen worden teruggedraaid, zodat ze de kans ziet om haar morbide ecologische voetafdruk te presenteren als een toffe hobby. Een atlas is voor haar een H&M-catalogus vol hebbedingetjes, middelen om egoïstische doelen te verwezenlijken zoals ‘sterker, zelfverzekerder en wijzer’ terugkeren en je overgeven ‘aan de grillen van het onbekende’. Als ze zich echt wilde overgeven aan het onbekende had ze zich wel in Indonesië laten besnijden of in China haar voeten laten inbinden. In plaats daarvan trekt ze door het oerwoud met roedels hostelvolk die een week later in de Coco’s Outback aan het Thorbeckeplein zitten. Met al haar overstapstrategieën, malariapillen en jetlags ziet Rasker over het hoofd waar het bij reizen echt om draait. Terwijl dat maar zo weinig is: een beetje zon, een goed boek, en zo min mogelijk met pizza’s poserende Nederlandse mokkels om je heen.

MSM

Liesbeth Rasker, Pinnen in Mongolië en andere oplosbare reisongemakken. Nijgh & van Ditmar, €17,50.

Archief