119/24
Toen ik klein was, kreeg ik vrijwel nooit snoep. Het waren de jaren zeventig en mijn moeder was van de gezonde school. Zo gezond dat ze een bruine boterham met honing eigenlijk al het toppunt van verwennerij vond. ’s Middags bij de thee kregen mijn zusjes en ik steevast een scheepskoek; een gortdroge en keiharde beschuit waaraan een minimale hoeveelheid suiker was toegevoegd om het etiket ‘koek’ nog enigszins te rechtvaardigen. Dat ging bij vriendinnetjes thuis wel anders. Daar stonden trommels en potten vol lolly’s, schuimpjes en spekjes op het aanrecht, waaruit je om half vier zomaar een handvol mocht pakken. Onze vriendschappen werden in belangrijke mate bepaald door de snoepomstandigheden.
Met een ruk opent OK de deur van haar fraaie appartement in het centrum van Amsterdam. ‘Gátverdamme,’ roept ze richting haar eerste gast StB. ‘Wat stink jij naar Conimex. Je gaat je thuis maar wassen en komt pas terug als die woklucht is verdwenen.’ Pas dan ziet ze wie er achter de geschrokken redacteur staat. Daar op de overloop staat onmiskenbaar oudste redacteur JS. Zes maanden geleden verdwenen naar Azië, en nu weer terug. OK vliegt hem om zijn nek terwijl StB alvast een mooi plekje uitzoekt. De rest van de gasten druppelt binnen terwijl de gastvrouw het zongerijpte mannenlichaam van de verloren zoon met een washandje bewerkt.
Voor alle jongelingen die plannen hebben om de debuutroman te schrijven die alle andere debuutromans overbodig maakt: dit is een waarschuwing. Begin er niet aan.
Laten we eerlijk zijn, je wist niet per se wie vorig jaar de Gouden Uil had gewonnen. En je wist niet wat ook weer het verschil was tussen de Librisprijs, waarvoor je op de shortlist kwam te staan, en de AKO-prijs. Tot maart 2009 was de situatie als volgt: je had een debuutroman geschreven die een tweede druk bereikte, en zelfs een derde. Sinds maart 2008 waren bijna 4000 exemplaren verkocht. Het was, kortom, best een goede debuutroman, niets meer en niets minder. En toen zetten binnen een week twee literaire jury’s het boek op hun shortlist.
Vorig jaar stond ik op het Boekenbal bij de trap, toen daar een man afliep die over zijn eigen voeten struikelde en viel. Hij viel recht in mijn armen. Hij was dronken, maar dat waren er daar wel meer. De man herstelde zich en stelde zich voor. Tom Kellerhuis. Wat een avond. Viel daar zomaar een van mijn journalistieke helden in mijn armen.
Continue reading
Koningin Beatrix (vorstin)
Wanneer de Mexicaanse griep echt uitbreekt, verhuizen we met de familie naar Engeland. Vanaf daar zal ik alle landgenoten toespreken via Radio Oranje. Canada is misschien nog een beter toevluchtsoord. Maar het is belangrijk dat de rest van Nederland doorgaat met de orde van de dag. We laten ons niet terroriseren door dergelijk natuurgeweld. Koninginnedag gaat volgend jaar, griep of niet, dus gewoon door.