Poëzie

Op haar rug zag ik een moedervlek
En ik spuugde
En ik wreef
Maar hij wilde niet verdwijnen
Dus ik speelde het op safe
Ik vroeg

Wist je
Dat zo’n ding niets meer is
Dan een pannenkoek
met kankercellen
Ik voel het als mijn plicht
Je dat hier te vertellen

Je huilde
En ik prevelde
Wees maar niet bevreesd
Ik help je er doorheen, schat
Die tumor is geweest

Ik knaagde
En jij begon te smeken
Met mijn tanden bruin van het pigment
Leek de lente door te breken
Maar je lag daar, hield niet meer op met beven
En zwijgend nam ik afscheid

Want een echte held die pocht niet
Met het redden van een leven

Libor Tiltenaer

Blaasworst
Gehaktkolven
Half bokje
Warm graan

Dode zalm
Broodcompôte
Spek van ’t kluifje
Natte lappen vel

Vet uit het potje
Vleesbier
Aangebraden deeghomp
Kipknuppel groentepap

Negerkinderen
in de
witte armen
van een
soldaat
het beeld
volstaat
reclame voor
de goede zaak.

Met haast
gebracht.
Continue reading

Uw naam is me meer dan genoeg
Voor Jaapjan met een streepje
Voor Pien en verder niets
Voor Hannes, die alleen van honden houdt
Zet u er maar in ‘Voor mijn schat’
Voor Caroline. En bedenkt u er dan nog iets erbij, want ze is ziek en het vooruitzicht is hooguit drie, vier maanden, dus liever geen
‘Beterschap’
Continue reading

Archief