doutzenkroesMisschien zijn het de unheimlich schone meren of de vervelend frisse lucht. Het kan de kameleonreeks zijn die het hem deed, de hoopvolle gezichten wanneer het vriest of het feit dat een provincie schijnbaar recht heeft op een eigen sectie in de universiteitsbibliotheek. Feit is dat ik een zekere agressie voel opborrelen wanneer Friesland ter sprake komt. Ik ben ooit al eens op de vuist gegaan met zo’n irritant bonte koe, en als ik de Beer van Lemmer ooit tegenkom dan haal ik een ring door zijn neus en verkoop hem aan een zigeuner zodat hij de rest van zijn leven op een straathoek in Boekarest kan dansen.

Het meest frustrerende aan de situatie is dat Friezen, anders dan andere provincialen, serieus worden genomen. Wat elders folklore is, mag daar cultuur heten. Zoals een zebra een kop heeft en een paard een hoofd – terwijl ze nochtans hetzelfde smaken – zo heeft de provincie een achterstand en Friesland cultureel erfgoed. De Friezen verschillen niet van de mensen in Groningen, Twente of Limburg. Ze praten wat moeilijk, doen nog aan sociale controle en iedereen heeft er een beest in de tuin waar melk uitkomt als je er maar hard genoeg aan trekt. Dat is allemaal prima. Maar vanwaar deze voorkeur voor Friesland? Als een tukker in zijn eigen dialect tegen je aan begint te brullen dan heet dat openbare dronkenschap, wanneer je in Friesland hetzelfde overkomt dan heet het een volkslied.

De laatste jaren lijkt er echter sprake te zijn van een kentering. Met ieder jaar dat er geen Elfstedentocht wordt gehouden, verliest Friesland aan onderscheidende waarde. Dan begint het plots op te vallen dat een suikerbrood niets meer is dan een zoet uitgevallen krentenwegge, en fierljeppen gewoon slootje springen met een stok. Dat je van dauw in het gras een natte reet krijgt, en dat kievitseieren een nogal karig ontbijt vormen. Ieder jaar waarin de schaatsen in het vet blijven, nadert het besef dat Friesland overbodig is geworden. Geef het nog een jaar of tien, dacht ik. Dan maken we er een groot paintballveld van, doen medische experimenten op de oorspronkelijke bewoners en gebruiken hun melkvee als grootstedelijke huisdieren, zodat we ze wollen truitjes kunnen aantrekken en uitlaten in het Vondelpark. Maar in al mijn optimisme zag ik een troef over het hoofd: Doutzen Kroes.

Met Doutzen heeft Friesland niet alleen de mooiste vrouw van Nederland in de gelederen, maar erger: iemand die zich actief profileert als Fries. Alle imagoschade die onder Piet Paulusma is opgelopen, maakt ze met één glimlach ongedaan. Zolang zij mooi is, zal Friesland overleven. Ook aan de troonopvolging is gedacht, onlangs geraakte zij op haar vijfentwintigste zwanger. Dat ze haar miljoenen verdient met hetzelfde strakke buikje waarin nu een embryo resideert, mag daarbij geen sta-in-de-weg heten. Friezen zien hun lichaam toch vooral als iets praktisch. Een buik is er voor de kinderen, eelthanden voor een ferme uiergreep en wie klompvoeten heeft kan op schoeisel besparen. Juist daarom klopt er iets niet aan Doutzen Kroes. Haar poezelige teentjes, getuite lipjes, die triomfantelijke kont: het dient allemaal geen enkel nut. Je bakt er geen brood van, je kunt het niet in krantenpapier inpakken en aan de pastoor meegeven. Zonder kind zou het allemaal overbodig zijn.

Naast een lichaam, heeft Doutzen Kroes ook een persoonlijkheid. Zo is ze ambassadrice van Dance4life, een stichting die de verspreiding van HIV probeert tegen te gaan. Dat ze inmiddels ook al twee keer is uitgeroepen tot Miss Nederland Positief, moeten we maar als toeval beschouwen. Dance4life probeert aids terug te dringen door te dansen. Dat is tot op heden nog niet gelukt. Het heeft wel iets schattigs, dat kinderlijk naïeve wereldbeeld waarin je door positieve dingen te doen, laten we dansen hier voor het gemak toe rekenen, de wereld kunt redden. Dat het aidsvirus zich na een fraai uitgevoerde tango terugtrekt en als een geslagen hond het Afrikaanse continent verlaat. Het omgekeerde is waar: als ze daar iets minder makkelijk zouden toegeven aan hun ritmische driften, dan zou de aidsepidemie zich laten wegsturen als een Franse zigeuner.

Vermoedelijk is het via Dance4life dat Doutzen de man achter de zwangerschap ontmoette. Het gaat hier om ene DJ Sunnery James, en dat steekt. Een DJ. Wat dat betreft kan Doutzen nog wat leren van haar collega Naomi Campbell, die diamanten aannam van Charles Taylor. Weliswaar een kannibaal, folteraar en verkrachter, maar ik heb hem tenminste nooit horen beweren dat je muziek kunt maken met een computer. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan een koor van verdrinkende zeelieden. Het bijwonen van een massale biggencastratie is een rozenbadje voor de trommelvliezen in vergelijking met de lokroep voor primitievelingen die dansmuziek is. Ja, zelfs het gezelschap van een mongool die zojuist een megafoon voor zijn verjaardag heeft gekregen, is te verkiezen boven de klanken die worden voortgebracht door types als Sunnery James. Maar hoezeer ik hem ook veracht, ik kan hem uiteindelijk slechts dankbaar zijn.

Over een paar maanden geeft Doutzen Kroes geboorte aan de Friese heiland. Een kind dat het bestaansrecht van de Friese taal, cultuur en provincie ook voor de komende decennia veilig zal stellen. Maar wanneer de drie wijzen uit het noorden op de gierwagen koers zetten richting de kribbe, zullen ze bedrogen uitkomen. De toekomst van Friesland hangt niet af van natuurpracht en zuivelindustrie, maar van het vlees en bloed van deze eerstgeborene. Laat de vaderlijke genen zich als een strafexpeditie een weg naar het embryo bijten. Moge het gedreun van de speakers het vruchtwater veranderen in een kolkende poel van verderf. Laat discobollen de kinderkamer vullen, en Armin van Buuren de au-pair zijn. Tegen de tijd dat het kind zelfstandig een plaatje kan opzetten, is er geen Elfstedentocht meer die Friesland nog van de ondergang kan redden. Laat ze dansen voor hun leven.

StB

Archief