U zult wel denken: is september niet te vroeg om te zeiken over kerstliedjes? Moeten niet eerst de truffelpepernoten de winkel uit, de boom worden opgetuigd en uw aanstaande ex, na een twistgesprek over het gebruik van de bordeauxrode servetten of de geërfde zilverkleurige met goudafgezette randen tijdens het diner, afgetuigd? Het zal allemaal wel: mijn blad, mijn ergernissen. Mijn gal komt omhoog door de klassieker ‘De herders lagen bij nachte’, een leugenachtig propagandalied dat enkel overtroffen wordt door René Frogers ‘Een eigen huis’, en dan specifiek door één frase: ‘daar hoorden ze d’engelen zingen’. Engelen zingt niet, hij schreeuwt, raaskalt, blaft door een megafoon heen, terwijl hij deze niet nodig heeft, want met zijn volume is hij in staat om de voorspelde aardbeving onder Istanbul in gang te zetten. Wat zegt u? Heeft dat kerstnummer niets met Ewald Engelen te maken? Verrek, wat scherp! Maar laten we het nu toch maar even over hem hebben.

U kunt deze man kennen van zijn columns in De Groene Amsterdammer waarin hij tweewekelijks een tirade houdt over de hoogopgeleide elite die dit land naar de knoppen helpt. Dat het anonieme twitteraccount @Peter1456891 dezelfde mening eropna houdt en daarmee in een beweging de stelling van prof. dr. E. R (die R staat voor Rombaut. Rombaut! Blijkbaar is gekte genetisch overdraagbaar!) Engelen ondergraaft, deert hem niet. Er is ook een kans dat u hem kent omdat u een seminarium in financiële geografie, zijn zelfgecreëerde vakgebied, bij hem volgt, hoewel hierbij moet worden opgemerkt dat de kans groter is dat u in de Bilderdijkstraat wordt aangereden door een noordelijke witte neushoorn dan dat u daadwerkelijk onderwijs van Engelen krijgt. Onderwijs geven is voor aio’s, de kneusjescolonne waarvan iedereen drie dagen gratis arbeid moet verrichten omdat overuren uitbetalen een gewoonte was die met Den Uyl mee het graf in ging, de verdrukte arbeiders waarover hij iedere keer dezelfde opgefokte column uitbraakt, en daar staat deze hoogleraar ver boven.

Wat doet Rombaut dan voor die ruim € 8000, – per maand? Twitteren dat Ernst Kuipers een enkeltje concentratiekamp moet krijgen. Foto’s uploaden van het uitzicht over de Nederrijn van zijn villa in Heveadorp. En af en toe een boekje schrijven. Zo kwam dit voorjaar Ontwaak! Kom uit uw neoliberale sluimer uit, een schotschrift waarin Engelen laat zien dat een weerlegging van zijn stelling door een zelf aangedragen tegenvoorbeeld niet betekent dat zijn hypothese onwaar is, maar dat hij juist harder moet schreeuwen en zijn toevlucht moet nemen tot hyperbolen en metaforen om zo een letterkots op te boeren waarvan zijn lezers hun gezicht afwenden. Voorbeeld. Alles in Nederland – en dan bedoelt Engelen ook echt alles, hij fulmineert over ‘een door drank, drugs en seks doordrenkte “belevenisindustrie”, bestaand uit exotische vakanties, festivals en extreme sportevenementen’ – is de schuld van hoogopgeleiden. En wij altijd maar grollen over de dozijnen media en cultuur-meisjes die de universiteit ieder jaar de werkloosheid intrapt; blijken ze in werkelijkheid de wereld te besturen! Hoogopgeleiden zijn volgens Engelen dus een samenklittende groep die mbo’ers negeert. Prima stelling, al is het niet de mijne, want ik scheld de minifascisten in reflecterend uniform die een kruispunt proberen te overheersen consequent uit, dus het verwijt dat ik de diplomalozen niet zie staan, glijdt geheel van mij af.

Het wordt lachwekkend als Engelen verderop in zijn boek tekeer gaat tegen het curriculum van de universiteit. Studenten moeten worden opgeleid tot ‘waarheidssprekers die zijn geoefend in het leveren van fundamentele maatschappijkritiek, die steeds op zoek zijn naar de achterkant van het gelijk, die zich niet met een kluitje het riet in laten sturen’. De studenten die dát kunnen, dat zijn wel goede lui. Dus alle hoogopgeleiden zijn fout, maar de goedopgeleide hoogopgeleiden zijn goed, zegt prof. dr. Engelen. Het is een menukaart met Schrödingers kat op een toastje als amuse, een liegende Kretenzer als hoofdgerecht en als toetje een tirade uit Wappiestan over het falende ICT-beleid van de rijksoverheid die tegelijkertijd dankzij een vaccinatieprogramma een chip bij ieder burger inbrengt om zo bloed en DNA af te tappen. 

Staat er dan geen goede zin in het hele boek? ‘Wie zich overschreeuwt verraadt zijn eigen onzekerheid, zo luidt de ijzeren wet van de psychologische overcompensatie.’ Inderdaad, Ewald, inderdaad.

Eigenlijk wilde ik hier zijn boekje laten rusten, verder gaan met de rest van zijn onzin, maar ik kan het niet. Ik ben een diabetisch kind in een snoepwinkel en prop me vol. Wat denkt u van deze? ‘In al zijn geschriften wijst Max Weber op de keerzijde van voortschrijdende technische rationaliteit. Hoe meer waarden, affecten, emoties en het mysterie van God en Schepping uit ons dagelijks leven verdwijnen, hoe meer wij ons gevangen weten in een stalen kooi van bureaucratische afhankelijkheden. […] Het staal van de bureaucratische kooi is koud vergeleken met de warmte van de naastenzorg die kerk en gemeenschap vóór de intrede van het individualisme en het secularisme van de Verlichting bood.’ Bij dit tromgeroffel zie ik mistige Thüringens bossen opdoemen, waartussen Engelen in de ochtend met behulp van twee paarden zijn akker bewerkt en daarna trouw met zijn fokvrouw, die is gedecoreerd met het Ehrenkreuz der Deutschen Mutter, en hun acht kinderen – Günter, Parsifal, Friedrich, Gunnhildr, Freya, Heinrich, Baldr en Reinhard – naar de dagelijkse rundfunktoespraak van de Führer luistert. Vergeleken met dit geblaat is Andreas Kinneging de bedrijfspoedel van RuPaul.

De pamflettenprofessor heeft de laatste jaren niet stilgezeten. In 2016 verscheen De mythe van de gemaakte vrouw: nieuw licht op het feminisme, zijn interpretatie van Simone de Beauvoirs De tweede sekse. Ik zou nu een lollige of snedige opmerking kunnen maken over wat feminisme te maken heeft met financiële geografie, of een absurdistische vergelijking maken tussen muterende zeepaardjes en geobstipeerde darmen, maar ik ben nederig, ken mijn grenzen: het valt allemaal in het niets bij Engelens koeterwaalse redeneringen van hierboven. Vorig jaar verscheen er nog een heus wetenschappelijk paper van hem, wat hem daarvoor voor het laatst in 2017 was gelukt. ‘What comes after the pandemic? A ten-point platform for foundational renewal’, gepubliceerd op een obscure, zelfbeheerde wordpress-website, geen enkel peer-reviewed tijdschrift had de behoefte om deze zesduizend woorden af te drukken. Mocht u zich zorgen maken om de werkdruk van de hoogleraar, dan stel ik u graag gerust: met drieëndertig man schreven ze dit artikel. Dat komt neer op een kleine honderdtachtig woorden de neus, dus als ik deze nutteloze zin even in deze alinea fiets, bevat ze er meer dan Engelen, als we ervan uitgaan dat hij überhaupt iets heeft gedaan, heeft bijgedragen aan zijn enige publicatie uit 2020.

Twee pamfletjes, een paar honderd woorden in een niet-gepubliceerd paper en een enkele boekrecensie hier en daar. Dat is de oogst van vijf jaar je eigen leerstoel managen. Het is niet erg dat Engelen nog luier is dan een zesdejaars rechtenstudent die voorafgaand aan zijn studie al verzekerd is van een plek in de maatschap van zijn vader. Ook niet dat hij op boekentour ging met Marianne Thieme en dat hij voor haar zijn vrouw en kinderen in de steek liet. Engelen schreeuwt en eist zuiverheid, is manisch en manicheïstisch. Hij laat geen ruimte voor de menselijke smet, de eeuwige hypocrisie, het geploeter over de akker van onwetendheid. Maar wie zuiverheid wil moet boven de schoorsteen van Treblinka hangen, het ruikt naar verschroeid mensenvlees. 

‘Alleen in naam is de Nederlandse universiteit een meritocratie; in de praktijk is ze een reservaat van verwende academici’, schreef een hoogleraar eens. ‘Nog altijd worden medewerkers getolereerd die zich met minimale inspanning van hun academische verplichtingen kwijten. Nog steeds staan Nederlandse universiteiten het toe dat medewerkers maandenlang niet op het werk verschijnen’, bulderde hij. ‘Loop voor de grap eens een faculteit binnen. Wat ziet u? Lege gangen, lege kamers, doofstomme computers. De Nederlandse academicus werkt immers thuis; de (schamele) investeringen van werkgever in gebouw, organisatie en infrastructuur ten spijt. Het zijn de vele indicaties van misbruikte collectieve generositeit (goudgerande arbeidscontracten, “spookprofessoren”, snoepreisjes) die de directe aanleiding zijn geweest om academici te dwingen meer rekenschap af te leggen over de besteding van wat uiteindelijk publieke middelen zijn.’ Allemaal misstanden aan de Nederlandse academie! Wat moeten we doen met deze luilakken? ‘Schop de uitvreters eindelijk eens de tempel uit!’ Was getekend: Ewald Rombaut Engelen. 

Dus Ewald, beste makker, wees consequent. Wees een vent en hang je toga aan de wilgen. En jezelf erbij. 

TD

Archief