Een echte man kan een vrouw bevruchten door een kiwi naar haar te gooien. Hij panikeert wanneer hij een donzen badhanddoekje op zijn hotelkamer aantreft en ontsteekt in woede als hij bloemetjes ruikt. Jam eet hij alleen als er teer in verwerkt is, en hij scheert zich iedere morgen door een steekpartij uit te lokken en zijn gezicht in een hoek van vijfenveertig graden naar de belager te draaien. Dat is althans het traditionele manbeeld. Maar wat moeten we dan met al die andere mannen?
Ook de teerhartige types hebben recht op het predicaat man. Zij die schrikken van luide geluiden, lila als volwaardige kleur accepteren, sauzen dikmakers vinden en over dit alles gedichten schrijven. Mannen die elke dag tijdens het tandenpoetsen hun bilspieren twintig keer samentrekken in de hoop net zo’n kontje als Wouter Bos te kweken, altijd kaarsen in huis hebben en vinden dat respect het fundament vormt van iedere gezonde relatie. En daar nog meer gedichten over schrijven. Ook dat zijn mannen, zij het van een twijfelachtig allooi. Mannelijkheid zit hem in meer dan alleen de hoeveelheid testosteron. De enige juiste definitie van man is: iedereen met een penis, uitgezonderd Cisca Dresselhuys. Maar bovenal is een man iemand die zich niet met anderen bemoeit. Want als er iets is dat mannen door de geschiedenis een beslissende voorsprong heeft gegeven die ons deed uitgroeien tot het sterke geslacht, dan is het wel onze natuurlijke neiging tot onverschilligheid.
Waar vrouwen de onbedwingbare neiging kennen om zich met elkaar te bemoeien en ongevraagd van advies te voorzien, weet een man wel beter. Als hij zijn beste vriend hoort verkondigen dat hij morgen naar een kliniek in Transnistrië afreist om daar een neuscorrectie te ondergaan in ruil voor een middengrote partij zwoerd, dan zal hij hem met een schouderklopje en welgemeende gelukswensen op weg sturen, immer vertrouwend op de goede afloop. Zo niet de vrouwmens. Die zal haar vriendin overladen met vragen als ‘waar ligt dat eigenlijk?’, ‘stoppen daar bussen dan?’ en ‘vind je mij te dik?’. Het gevolg is dat mannen een proactieve houding hebben ontwikkeld die ze nog ver brengt in het leven, waar vrouwen zich constant zorgen moeten maken om de mening van anderen.
Dat het mannen waren die continenten ontdekten, zeeën bedwongen en volken onderwierpen, was niet zozeer omdat ze slimmer, sterker of prettiger gezelschap waren dan vrouwen. Integendeel. Het was omdat niemand zich geroepen voelde om ze op andere ideeën te brengen. Als Christoffel Columbus een vrouw was geweest, dan hadden zijn vriendinnen hem ongetwijfeld verteld dat hij zo’n dikke reet had in zijn zeemansbroek. De Santa Maria was nooit uitgevaren. Toch lijkt er tegenwoordig sprake te zijn van een kentering. De vrouw wint aan terrein. Er gaat geen dag voorbij of je ziet wel een auto aanduwen of een karkas uitbenen, toch traditionele mannentaken. Het is emancipatie in haar puurste vorm. Dat er de laatste jaren een sterke stijging in het aantal groepsverkrachtingen is, berust niet op toeval. Alleen kunnen we het gewoon niet meer af.
De auteurs van het Handboek voor de Moderne Man, Wim de Jong, Christjan Knijff en Henrico Prins, hebben dan ook een belabberd moment gekozen om hun boek uit te brengen. Bovendien verdienden ze hun sporen onder meer bij Volkskrant Magazine en Linda, bladen waar een fatsoenlijke vent net zoveel te zoeken heeft als Stephen Hawking op het WK Stijldansen. In hun drang om een leuk cadeauboekje voor de feestdagen uit te brengen, zagen ze die ene, cruciale regel over het hoofd: een man bemoeit zich niet met andere mannen. Onder welke omstandigheid dan ook. Wanneer die regel geschonden wordt, is het einde zoek. Dankzij dit boek liggen al onze pleziertjes, tekortkomingen en andere eigenaardigheden in een extra leesbaar lettertype in het schap, inclusief handige lijstjes met mannenjargon. Als je een paar maanden terug je vriendin aankondigde even de kale aap af te gaan afranselen, belde ze waarschijnlijk snel met de beveiliging van Artis. Dankzij Wim de Jong en consorten weet ze nu dat het over masturbatie gaat. De strijd der seksen wordt gewonnen op desinformatie, en ze hebben de positie van onze loopgraven vergeven.
Het Handboek voor de Moderne Man luidt het einde in van de man als soeverein wezen, doofstom uit principe. Ieder advies dat het bevat over het strikken van de stropdas, het bezoeken van de sportschool en het zorgen voor de kinderen, doet af aan onze zelfstandigheid. Decennia lang hebben de feministen tevergeefs geprobeerd een bres te slaan in de mannelijke onverschilligheid. Wie had gedacht dat de vijand al binnen de muren was? We kunnen mannelijk doen wat we willen, maar het spel is uit. We hebben verloren. Al die tijd hebben wij de evolutionaire kar getrokken, nu is de vrouw aan slag. Misschien is het wel goed zo. Laten we in stilte onze koffers pakken en de aarde nalaten aan de eerlijke winnaars. Van het instituut mannelijkheid blijft niets over dan een verlaten meisjeskostschool, waar tijdens herfstige nachten de geest van Chuck Norris nog door de gangen waart.
Handboek voor de Moderne Man. Wim de Jong, Christjan Knijff en Henrico Prins. Uitgeverij Podium € 25,-